Uit de oude doos

Vroegââh, had je nog echte mannen, treinconducteurs die je kaartje doorboorden, kon je je kuiten nog branden aan een Kreidler... Iemand zal nog wel de volledige tekst hebben van die reclame. Van na het tijdperk maand, na maand, King Corn en die witte muis die graag een bepaalde kaas at. In ieder geval schijnt het vroeger altijd beter geweest te zijn...

Ook in de hobby? Soms zou je het bijna geloven. Want waarom CO2 gebruiken, als vroeger de Rotala macandra je bak uitgroeide!

Dit onderdeel van de site grijpt terug op vroeger. Artikelen van toen zullen hier vindbaar zijn. Hoe dacht men toen? Wat deed men toen? Kan het nog steeds? Zonder geschiedenis geen heden. En misschien, heel misschien, had men toch wel gelijk...

Heeft u goede herinneringen aan een tekst? Geef het door aan Robert Koelman (ong@rgkoelman.nl). Mocht het passen, dan vindt u het hier terug.

Het landhuis jrg 33, 1938, 25-05-1938

Het aquarium is altijd een trekpleister. De vraag is hoe dit te realiseren. In 1935 werd in dit tijdschrift een alleraardigst artikel geplaatst. De vergelijking tussen de verhoorkamer en de kom is en hilarisch en realistisch, maar blijkbaar wel vergeten, gezien de nog immer voortdurende discussie over deze kommen.
Voor de leesbaarheid, is de integrale tekst geplaatst. Enige stukken tekst zijn onderstreept. Veel is er niet veranderd, alhoewel petroleum niet meer wordt gehanteerd voor de verwarming.


Bron: http://kranten.delpher.nl

Het decoratieve aquarium

Een liefhebberij voor iedereen.

Zooals iedere hobby kost de aquarium-liefhebberij tijd en geld. Nu kan het een voor een groot deel door het ander vervangen worden. Wie weinig tijd heeft kan de meeste benoodigdheden tegenwoordig in de winkel krijgen. Vroeger was dat niet zoo. Toen moest de liefhebber zelf zijn gereedschap vervaardigen, en op een vrije dag trok hij er op uit om waterplanten te zoeken, of watervlooien te vangen als voedsel voor zijn lievelingen.

Wat voor aquarium?

Het is voor de Amerikaansche politie vaak een heele toer een onwilligen misdadiger tot spreken te brengen. De helden van de onderwereld huldigen meestal het principe: wie niets zegt, kan zich ook niet verspreken. Maar dan weet de overheid er wel raad op. Zoo iemand zetten ze in een kleine kamer met hel witte muren. Het slachtoffer wordt dan met sterke lampen beschenen, en al dat felle licht werkt zoo afmattend, dat het een kleine moeite is, de waarheid er uit te krijgen. Dat kamertje heeft een mooie naam. Men noemt het de „Gold fish bowl"; de goudvisch-kom. Alleen aan hun ijzersterk is het te danken, dat goudvisschen in zoo'n kom in leven blijven, en zelfs nog kans zien een flinke leeftijd te bereiken. Een goed aquarium moet een groot wateroppervlak hebben en ruimschoots gelegenheid om er planten in te zetten. Heeft het eenmaal een tijdje gestaan, dan stelt zich een z.g. biologisch evenwicht in. De planten nemen koolzuur op en geven zuurstof af en de visschen doen juist het omgekeerde. Het onderhoud dat zoo'n bak vereischt is miniem, mits het geregeld gebeurt en met kennis van zaken.

Niet ten onrechte noemt men een aquarium vaak „een levend schilderij". Wat voor een schilderij de lijst is, is voor ons onderwatertafereel het aquarium. Vroeger maakte men wel bakken met een rand van cement, die versierd, of beter ontsierd werd met allerlei krullen. Maar evenals een drukke lijst de aandacht van een schilderstuk afleidt, zoo zijn ook hier al die versiersels uit den booze. Is een aquarium niet het mooist bij avondverlichting?

Het best is 'n eenvoudige bak van gelascht hoekijzer. De ruiten worden er dan ingezet met z.g. aquariumkit. U kunt ze ook zelf maken, maar ze zijn tegenwoordig niet erg duur. Bovendien U hebt bij een gekocht aquarium minder kans op ongelukken.

Kennis van zaken is noodig.

Vóór we tot het inrichten van een aquarium overgaan schaffen we ons een handleiding aan.*) Daar moet U Wel even aandacht aan besteden, want zelfs op het beperkte gebied van de aquarium-literatuur is er nog kaf onder het koren. Nog onlangs kreeg ik een brochure in handen, waarin werd aangeraden iedere dag een gedeelte van het water te ververschen en maar liefst eens per week groote schoonmaak te houden, waarbij dan ook de planten er uitgehaald moesten worden.

*) J. U. A. Kroon en J. G. Th. van Nes: Het Nederlandsche Terra-Aquarium. Prijs ƒ 0,95. Verkrijgbaar bij: Joh. Enschedé en Zonen, Haarlem en de boekhandel.

Schooljongens hebben soms een boon in hun sponzendoos en die wordt er zoo nu en dan uitgehaald om te kijken of er lange wortels aan komen. Met onze aquariumplanten echter kunnen we ons zooiets niet veroorloven. Het fijn vertakte wortelstelsel wordt telkens beschadigd en de groei kan niet goed op gang komen.

Daglicht en kunstlicht.

Het belangrijkste punt voor het welzijn van een aquarium is de hoeveelheid licht die het ontvangt. In de natuur krijgen de planten alleen bovenlicht en dat moeten we nu zooveel mogelijk zien te benaderen. Schitterend zijn daarom voor ons doel broeikassen en serres. Staat het aquarium voor een raam dan plaatsen we het zoo laag mogelijk. Handig is een stevig laag tafeltje dat aansluit aan het kozijn, zoodat het aquarium dan meteen weinig plaats inneemt. Er onder kan een kastje worden gemaakt voor het opbergen der benoodigdheden. . 's Avonds wordt het aquarium kunstmatig verlicht, hen eenvoudige lichtbak wordt boven of opzij van de bak aangebracht. Goed te gebruiken zijn de lange etalagelampen, en dan liefst van melkglas. Sommige liefhebbers gebruiken gekleurd licht, dat geeft echter nogal een onnatuurlijk effect en bovendien . . . voor de noodige kleuren zorgen de visschen zelf wel! De meeste liefhebbers hebben de neiging om, wanneer het aquarium niet speciaal voor het kweeken bedoeld is, daarin alle mogelijke en onmogelijke soorten bijeen te brengen. Dat is echter heelemaal niet de bedoeling. Ook in een gezelschap aquarium moet eenheid zijn. Zet in Uw bak een overvloed van planten en niet te veel visschen en U zult merken dat dan in die kleme ruimte een apart wereldje wordt gevormd. Een kleine maatschappij vol kleur en leven.

Over inrichting en onderhoud.

Over de beste grondlaag zijn de geleerden het nog niet eens. Als voedingslaag neemt men meestal eerst een dunne laag klei en daarover drie cm dik uitgeplozen turf of turfmolm. Tenslotte komt daarover een zandlaag van ongeveer zes cm. Wordt de bak van onderen verwarmd, dan komt daarboven een gedeelte zonder voedingslaag, dus louter zand. Met het turfmolm moeten we oppassen. Het moet eerst een tijd in water gelegen hebben voor we het er in doen, anders komen de stukken later naar de oppervlakte.

Vindt U dit alles te ingewikkeld, dan zijn met een grondlaag uit enkel ongewasschen rivierzand ook goede resultaten te bereiken. Nadat de bak half gevuld is gaan we er planten inzetten, liefst sterke en bekende soorten. De grootste planten komen achteraan. Vooraan blijft een gedeelte open als voederplaats. Dat voeren doen we iedere dag. Liefst levend voer of „krachtvoer" dat U in de handel kunt krijgen. Ongeveer ééns per week wordt het vuil er uit geheveld en de voorruit schoongemaakt. Soms de planten wat ingekort.

Krijgt een aquarium te veel zon dan wordt het water groen door algen. Afschermen van de zon helpt dan meestal wel. Om dezelfde reden maken we de achterruit niet te dikwijls schoon.

Tropisch of inlandsen?

De meeste menschen denken dat het houden van een warm water aquarium veel lastiger is dan een koudwater bak. Dat is heel betrekkelijk. Inderdaad is er wat meer werk aan, maar het is gemakkelijker een bak te verwarmen dan af te koelen, 's Zomers kunnen de inlandsche visschen het door de warmte leelijk te kwaad krijgen, terwijl de tropische waterbewoners zich dan kiplekker voelen. Bovendien zijn die beter aan het aquariumleven gewend.

De goedkoopste verwarmingswijze is petroleum. Dat heeft echter tot nadeel dat er steeds op gelet moet worden. Veel beter, maar duur bij aanschaffing is een electrische installatie; vooral als die zichzelf kan regelen is dat ideaal.

Boven op het aquarium komt een glasruit. Ten eerste kan er dan geen stof op het water komen en bovendien blijft de lucht boven het water dan warm, wat voor sommige tropische visschen noodig is.

M. G. W. Hummelinck