Planten en voeding. Het houdt de aquariaan al jaren bezig. De tekst Uit de oude doos - Wet van het minimum is hier een voorbeeld van. In 1947 werd al in dit losbladig katern geschreven over de behoeften van planten en wat er zou gebeuren als daar niet aan voldaan werd. Incluis de wet van het minimum en het benoemen van nitraat.
In de hedendaagse aquaristiek is die wet van het minimum, de wet van Liebig, niet meer weg te denken. Alhoewel deze pas rond 2005/6 bij een breed publiek bekend raakte doordat op fora er veel over geschreven werd.
In deze tekst wordt het een en ander met betrekking tot planten en voeding op een rijtje gezet. Hierbij wordt niet nagestreefd het antwoord te geven op wat te doen. Een aquariaan zal zelf keuzes (moeten) maken. (Alhoewel het antwoord toch wel bekend is, namelijk 42.)
Ook wordt niet gesteld wat de ultieme, beste, methode is, maar er wordt gekeken naar de mogelijkheden. De hedendaagse populaire methoden zullen wel aangestipt worden (in deel III). Die methodes werken. Niet bij iedereen, maar normaal gesproken worden er goede resultaten mee behaald.
De tekst is als volgt opgebouwd:
In de tekst worden chemische termen gebruikt. Mensen, dieren en planten zijn nu eenmaal als koolstoforganismen op zichzelf staande chemische fabrieken. En bedenk dat we allemaal wel eens onbewust dat soort termen gebruiken. "Eet je spinazie op. Het zit vol ijzer!". Een kreet die we allemaal kennen. Dus we hebben een idee. Planten eten geen spinazie. Dus moet benoemd worden wat ze dan wel eten, en dan kan men niet om de chemische termen heen.
Bij een aantal paragrafen wordt een korte opsommende samenvatting gegeven of tips voor o.m. het maken van kleibollen. Dit is herkenbaar aan de afbeelding.
![]() |
Samenvattende opmerking/conclusie | ![]() |
Een tip | ![]() |
Een mogelijk discussiepunt |
Planten. Levende wezens die voeding nodig hebben. Dat is het onderwerp van deze tekst. Voordat daar op ingegaan wordt, dient echter eerst de inverse benadrukt te worden. Planten nemen stoffen op. Planten in een aquarium zijn meer dan decoratie en vluchthavens. De planten vormen de zuiveringsinstallatie en longen van een aquarium.
M.b.t. het zuiveren van water zijn planten essentieel. Potfilters en biologen doen hun werk, maar planten doen dat beter. Zonder planten zullen de potfilters groter moeten zijn. Planten halen mogelijk schadelijke stoffen uit het water. Een gezond plantenbestand levert een gezond milieu op voor de bewoners.
Om een gezond plantenbestand te verkrijgen, kan het noodzakelijk zijn om deze bij te voeden. Het toevoegen van mest staat gelijk aan het dusdanig vervuilen van water dat planten dit nog efficienter kunnen zuiveren.
Het resultaat van de waterzuivering is dat u wekelijks de schadelijke stoffen verwijderd. U snoeit de planten en gooit de overtollige delen, de opgeslagen "schadelijke stoffen" dus, weg of stelt ze ter beschikking aan medeaquarianen.
Het streven van (veel) aquarianen is het gezond houden, of eerder laten tonen, van planten in hun aquarium. Dat oogt namelijk goed. In het meest gehouden type aquarium (gezelschapsaquarium) valt die plantenpracht als eerste op. De achterliggende gedachte is meestal lang vergeten. Maar blijft het scheppen van een gezond milieu voor de levende have.
In 1840 schreef Justus von Liebig de Wet van het minimum. Hij wordt beschouwd als de uitvinder en eerste gebruiker van kunstmest. De wet die hij opstelde, luidt als volgt:
De opbrengst van een gewas hangt af van de bouwstof die het minst in de grond aanwezig is. Is die bouwstof miniem aanwezig dan kunnen er een heleboel andere bouwstoffen ruim aanwezig zijn, maar dat helpt niet: het gebrek aan die ene bouwstof remt de groei.
Daarom wordt de Wet van Liebig ook wel de wet van het minimum genoemd. Boeren hebben ermee te maken als zij kunstmest op het land strooien. Als de kunstmest die ontbrekende bouwstof ook niet bevat, zal ook deze de groei niet bevorderen. Ze ‘pakt’ als het ware niet. De kunstmest regent bij de eerste de beste regenbui de sloot in. Er moet eerst iets aan de samenstelling van de grond veranderen wil er echt iets gaan groeien.
Alhoewel deze wet dus gericht is op de landbouw, is het principe op alle levende wezens toe te passen. Als mensen "slecht" eten, en dat kan dus "westers slecht" zijn of voortkomen uit hongersnood of armoede, dan zal de fysieke conditie van de mens achteruitgaan. Denk aan de bolle hongerbuiken, scheurbuik op schepen uit de tijd van het VOC, zwembanden bij de fastfood liefhebbers, enzovoorts. Daarom wordt op de basisschool al de "schijf van vijf" onderwezen.
Toch was het niet allemaal hosanna. Von Liebig heeft ook nadrukkelijk gewezen op de nadelige gevolgen van onmatig kunstmestgebruik voor het bodemleven en de kwaliteit van het agrarisch product. En tegenwoordig weten we dat kunstmest onder meer bijdraagt aan de eutrophiering van wateren met alle gevolgen van dien.
Maar uiteindelijk doet dat niets af aan de wet van het minimum. Die staat als een huis. Levende wezens kunnen alleen groeien en gedijen als alle benodigde bouwstoffen voorhanden zijn.
![]() |
Von Liebig heeft aangetoond dat bij bemesting de opbrengst verbeterd. Bij graanproductie is dat wenselijk. Echter bij een aquarium ligt dat aan de aquariaan zelf. Meer groei is meer onderhoud. Maar opbrengstverbetering is niet alleen uit te drukken in kwantiteit maar ook in kwaliteit. En naar dat laatste streeft de aquariaan wel. |
![]() |
De wet van het minimum stelt dat van alle bouwstoffen voldoende aanwezig moet zijn. Maar wat is voldoende? Von Liebig gaf geen specifieke specifieke cijfers! Hij beschreef "alleen" het principe. |
Als aquariaan zorgen wij voor vissen en planten. Of voor planten en vissen. Een subtiel verschil, maar wel een belangrijk verschil. De ene aquariaan ([A1]) zal de groei van planten belangrijker vinden dan de ander. En aldus anders handelen.
In ieder geval zullen weinig aquarianen de doelstelling hebben om zoveel mogelijk aan planten te oogsten of vissen te kweken. De doorsnee aquariaan zal streven naar gezonde, goed groeiende planten en vissen.
Vissen voert men afwisselend. Soms droogvoer, soms levend voer en soms ingevroren voer. Dit om een zo uitgebalanceerd mogelijk dieet aan hen voor te schotelen.
Voor planten wil men dit ook. De wet van het minimum leert ons namelijk dat wanneer één bouwstof ontbreekt, de groei afneemt, wordt belemmerd of gebrekkig is. De planten zijn en ogen ongezond, en dat wordt als lelijk ervaren.
Planten kennen net zoals de mens een schijf van. Deze wordt meestal aangeduid als schijf van drie of de gouden driehoek.
Planten hebben om te groeien licht, macro-elementen en micro-elementen nodig. Naast zaken als warmte en water, maar die worden meestal als vanzelfsprekend aangenomen.
Onder invloed van licht zal de fotosynthese op gang komen. De energie uit het licht wordt gebruikt om koolhydraten aan te maken. En deze worden omgezet in de noodzakelijke meervoudige suikers, amino- en vetzuren. De verwerking is normaliter in het groeiseizoen direct. Anders wordt het opgeslagen. Klaar voor gebruik, voor wanneer de omstandigheden dat toelaten (met als extra bijzonderheid, dat opgeslagen suikers als antivries dienen).
Voor bijvoorbeeld de bouw van een celwand worden meervoudige koolhydraten (suikers) xylaan en gluconomanam aangemaakt die samen tot hemicellulose worden verbonden. En dat is dan een grote bouwsteen, maar niet de enige bouwsteen waaruit een celwand is opgebouwd.
Voor de fotosynthese is chlorophyl nodig, bladgroen. Dat moet ook door de plant aangemaakt worden. Wat weer kan leiden tot de filosofische kip- en ei discussie. Maar we laten we deze Darwinistische discussie voor wat het is. De constatering is dat een plant chlorofyl moet aanmaken. Chlorofyl is uit te drukken in een chemische formule:
Nu is dit voorbeeld redelijk extreem, omdat Magnesium (Mg) in verversingswater aanwezig is. Drinkwater in Nederland bevat circa 1-5 mg magnesium per liter (Bron). En dus altijd aangevuld wordt.
In de afbeelding van de Gouden driehoek staan pijlen. Deze pijlen staan er niet voor niets. Deze geven aan dat er een verband is tussen de schijven. Wanneer een plant meer licht krijgt, zal de plant sneller willen groeien. Waarom? Misschien is het "instinctief", misschien is het iets anders. Maar het gedrag is er. Om sneller te kunnen groeien, zijn er meer elementen nodig. Meer licht betekent dus een hogere voedingsbehoefte.
Meer voedingstoffen betekent overigens niet meer licht. Maar dat er meer licht gebruikt kan worden. Anders is het overschot.
De term overschot ligt overigens lastig onder aquarianen. Dit omdat overdaad-schaadt vaak als leidraad wordt genomen. En gelijkgesteld wordt aan het "grote gevaar": alg. Een willekeurig citaat uit velen geeft een advies:
[...] Voorkomen dat het water zo vervuilen kan en dat meer fosfaten, nitraten en andere zouten gevormd worden dan de hogere planten kunnen opnemen.
Wat er staat, klopt. Maar wat moet men concluderen?
In dezelfde tekst staat ook
Een overdosering ontstaat wanneer de aanwezige planten de gevormde voeding, door welke oorzaak dan ook, niet meer of te traag opnemen.
Zolang een plant zijn boodschappenlijstje kan afwerken, ontstaan er geen gebreksverschijnselen en zullen planten nooit ten prooi vallen aan alg. Planten laten voedingstoffen links liggen wanneer hun boodschappenlijstje niet is af te werken. Er is ergens een gebrek aan, en dat betekent automatisch dat de rest niet wordt opgenomen. Dus zoals aan het begin werd geschreven
Als de kunstmest die ontbrekende bouwstof ook niet bevat, zal ook deze de groei niet bevorderen. Ze ‘pakt’ als het ware niet. De kunstmest regent bij de eerste de beste regenbui de sloot in. Er moet eerst iets aan de samenstelling van de grond veranderen wil er echt iets gaan groeien.
De conclusie bij het eerder genoemde advies is maar al te vaak "fosfaat veroorzaakt alg". Terwijl de conclusie eerder een vraag moet zijn: waarom nemen de planten de aanwezige voedingstoffen niet op?. Als men planten voorziet van alle bouwstoffen dan kunnen ze wel aanwezige fosfaten, nitraten en andere zouten opnemen. Maar niet alles. Gelukkig niet, want er moet iets overblijven voor de volgende dag, alsmede voor de bacterieen.
En de rest die overblijft? Dat verdwijnt (deels) met het verversen van het water.
Dus als alle processen in de plant worden voltooid, is het resultaat een gezonde plant. Gezonde planten vallen niet ten prooi aan alg. Is er dan helemaal geen alg? Dode materialen als hout groeien niet, en vallen dus niet onder de wet van het minimum. Dergelijke materialen hebben ook geen afweermechanisme. Algen kunnen prima op dode materialen groeien, en dat zal gewaardeerd worden door de verschillende vissen en garnalen die er een bron van voeding in vinden. De mate waarin zal afhangen van hun omstandigheden. Algen zijn namelijk ook onderhevig aan de wet van het minimum. Ontbreekt er iets, dan kunnen zij niet gedijen.
Belangrijk is wel dat u zich realiseert dat mechanische beschadigingen ook kunnen leiden tot problemen. Zijn de voedingschappen vol, en u knipt bijvoorbeeld een Valisneria halverwege af of een groeneter schraapt een blad van een Echinodorus af, dan zullen die bladeren afgestoten worden, slecht worden, ondanks de aanwezige voeding. Niet elk slecht blad is te wijten aan een te kort.
![]() |
Planten zijn levende wezens. Ze hebben voeding nodig om goed te kunnen groeien. Wanneer een voedingstof ontbreekt, zullen ze gebreksverschijnselen (of met een "duurder" woord deficiëntieverschijnselen) vertonen. |
![]() |
Gebreksverschijnselen zijn symptomen. Men heeft dan te laat opgemerkt dat er een gebrek is ontstaan. Men zal reactief de tekorten dienen te verhelpen. Maar een ezel stoot zich niet tweemaal aan dezelfde steen. Voor het vervolg zal men proactief gaan handelen. |
![]() |
Er is verband tussen de 3 schijven. Meer licht doet de behoefte aan de andere twee stijgen. Echter meer aanwezige voeding doet niet de behoefte aan licht toenemen. Licht is dan de beperkende factor. Denk niet dat plantenvoeding toevoegen het antwoord is. Het zo maar in een aquarium "dumpen" van voeding is zinloos. De som is meer dan het geheel der delen. |
![]() |
Op het internet wordt graag gedisussieerd over alg. Maar er wordt ook veel advies gegeven. Aquariaan A geeft aan dat hij of zij alg heeft. Aquariaan B antwoord dat dat een gebrek aan voeding is, dus men moet Y toevoegen, bijvoorbeeld fosfaat. Dat is te kort door de bocht. Het ontbreken van bouwstoffen maakt planten gevoelig voor alg, doordat niet al het gewenste weefsel is aan te maken of doordat er bestaande groei wordt opgeofferd. Een gezonde plant, dus een plant die over alle benodigde bouwstoffen kan beschikken, kan zich verweren tegen alg. Het toevoegen van de juiste plantenvoeding is geen remedie tegen alg, maar beoogt de groei van planten te stimuleren. Dat daar het gevolg van is dat planten niet ten prooi vallen aan alg, is een prettig bijverschijnsel, maar niet het doel op zich. |
![]() |
Algen worden gezien als het "grote gevaar". Ze mogen niet in een aquarium voorkomen. En dit terwijl deze planten, algen zijn ook planten, zeer nuttig kunnen zijn en een bijdrage leveren aan een gezond millieu voor de dieren. Het is zelfs een bron van voeding. Misschien wordt het toch eens tijd een lans voor deze organismen te breken. Een aquarium vol met gezonde planten is een lust voor het oog. Waarbij een stukje hout dat begroeid is met groene alg (bewust wordt de naam weggelaten), juist dat extra beetje natuurlijke uitstraling kan geven. Beauty is in the eye of the beholder. En ja overdaad schaadt. Maar een klopjacht op algen om te komen tot een algvrij aquarium, is toch wel erg overdreven te noemen.
|
Afbeelding | Gebrek aan | Beschrijving |
A | - | Gezond blad |
B | Fosfor (P) | Wanneer er overmatig veel oudere bladeren van planten vallen is er een tekort aan fosfor. |
C en H | Stikstof (N) | Oude bladeren kleuren in hoog tempo geel en vallen snel af. Bladeren worden smal en randen krijgen een lichte kleur. De plant verzwakt en wordt gevoelig voor ziektes. |
D | Kalium (K) | Er komen kleine gaatjes in de (oudere) bladeren, die geleidelijk groter worden. Ook hier worden de bladeren gelig van kleur. |
E | Magnesium (Mg) | In oudere bladeren komen gele en bruine plekken op. De plant droogt uit. Een tekort aan Mg resulteert ook in een tekort in Fe, omdat het voorkomt dat Fe kan worden opgenomen. |
F | IJzer (Fe) | Een tekort aan ijzer is het eerste zichtbaar bij de nieuwe bladeren. De nerven en bladeren kleuren dan geel en rode planten krijgen niet de kans om een dieprode kleur te tonen en worden ook groen/geel. |
G | Calcium (Ca) | De kleuren zijn weggevallen, bladeren worden geel tot zelfs wit en bladeren verliezen vorm. |
- | Koper (Cu) | Een tekort aan koper leidt tot dode en witte randen aan de nieuwe blaadjes. (Een te veel aan koper tot vergiftigde garnalen.) |
In de vorige paragraaf is beschreven dat planten voor het aanmaken van weefsel een boodschappenlijstje afwerken. Als er iets in het winkelschap ontbreekt, dan probeert de plant het elders te halen. Denk hierbij aan de eigen reserve van de plant. Het resultaat is dan vaak dat de plant "slecht" wordt. Haalt men namelijk ergens iets weg, denk aan uit oude bladeren, dan vallen er gaten in, worden deze geel en vallen deze af.
In de afbeelding hiernaast (Bron: Aquaplantexchange.nl) zijn een aantal van die gebreksverschijnselen weergegeven. De tabel onder de afbeelding geeft de mogelijke oorzaken.
Als u de verschijnselen herkent, dan geeft dit een indicatie dat uw planten honger hebben en hun boodschappenkarretje willen vullen maar voor lege schappen staan.
Het meest voor de hand liggend is dat u de schappen weer vult. Dat betekent echter niet dat het resultaat direct zichtbaar zal zijn. Een plant moet zich herstellen. Dit zal het eerst zichtbaar zijn bij nieuwe aangroei. Is die aangroei gezond, dan is de plant tevreden. En u uiteindelijk ook, omdat de nieuw ingezette groei u weer de mogelijkheid geeft een plant te snoeien en alleen de gezonde stek terug te zetten. "Vanzelf" zal na een week of twee, drie het plantenbestand er weer goed uitzien.
Uitzondering zijn trage groeiers. Die planten hebben meer tijd nodig.
Natuurlijk zijn niet alle planten hetzelfde qua behoefte. Javavaren en Anubias staan nu niet direct bekend als nitraatvreter (NO3, dus een van de stikstof (N)-leveranciers). Als men het gehele aquarium vol heeft staan met alleen Javavaren, dan zal er minder snel de behoefte zijn om nitraat toe te voegen, terwijl dat bij een "Hollandse plantenbak" juist wel noodzakelijk kan zijn.
Per aquarium kan het verschil uitmaken hoe snel de schappen leeg zijn, maar ook hoe groot de schappen moeten zijn.
![]() |
Door te kijken naar planten kan men een indruk krijgen van de gezondheid van een plant. En zelfs of een plant ergens een gebrek aan heeft. Daar kan men naar handelen. En dat kan altijd op meerdere manieren. Gaat alles goed, maar blijken wel de oude bladeren van een trage groeier als Javavaren te bealgen, dan kunt u deze wegsnoeien. Dat is onderdeel van het normale onderhoud. Het kan duiden op een tekort. Maar als de nieuwe bladeren fris ogen en het afdoende is om af en toe een blaadje weg te halen? Niet alles hoeft te betekenen dat men aan de slag moet met extra voeding. |
![]() |
Gebreksverschijnselen moet men niet verwarren met verschijnselen die te verklaren zijn door verkeerd onderhoud, verkeerde snoei, het normale afstoten van bladeren door planten of schade dat door vissen is aangebracht. Niet alles is met plantenvoeding op te lossen. Beschadigde bladeren functioneren niet meer. Bij een Stricta is het normaal dat de onderste bladeren afvallen wanneer deze te dicht tegen elkaar staan geplant. Het afknippen van Vallisneria bladeren is ook vragen om problemen. Een vis kan Zwaardplantbladeren afschrapen, en dan zal een dergelijk blad afvallen of verslijmen. Alles moet in perspectief gezien worden. |
![]() |
Van de macro- en micro-elementen zijn Ca, S, B, Cu, Fe, Mn niet uit de plant zelf te recycleren. Deze stoffen dienen altijd extern aangeboden te worden. De elementen K, Mg, N, P, Cl en Zn zijn wel uit oude delen te halen. |
![]() |
Kijken is geen meten. Meten is weten. Er zijn veel testen te koop om waterwaarden te meten. pH, NO3, PO4, CO2, Fe, Cu enzovoorts. Het probleem met de testen is dat ze soms afwijken of domweg niet door iedereen goed te lezen zijn. Vooral de op kleurschalen gebaseerde testen zijn berucht. Bij "vals licht" wil de uitslag wel eens verkeerd geïnterpreteerd worden. En per persoon verschillend! Gebruik deze daarom als indicatie in combinatie met het kijken. |
In de vorige paragraaf zijn gebreksverschijnselen omschreven, waarbij ook werd benoemd welke voedingstof, welk element ontbrak, en naar alle waarschijnlijkheid deze verschijnselen veroorzaakt. Maar er zijn veel meer bouwstoffen die zijn samen te vatten als de zogenaamde micro- en macro-elementen.
Wat zijn dan de micro- en macro-elementen? En hoe weten we dat? De meest simpele methode is het verassen van een plant en dan dit te analyseren. Men krijgt dan een indruk uit welke stoffen een plant is opgebouwd.
De stoffen die het grootste aandeel vormen van een plant, zijn de macro-elementen. Stoffen die nodig zijn, maar in hele kleine hoeveelheden, waarbij die hoeveelheden ook nog eens plantafhankelijk zijn, en misschien zelfs ook wel seizoensafhankelijk, worden gerekend tot de micro-elementen of sporenelementen.
In de hieronder staande tabel vindt u alle elementen gespecificeerd. Alvorens u een blik op die tabel werpt, zult u zich misschien afvragen wat u daarmee moet? Of beter wat u ermee kunt? Het is leuk om te weten dat C of Mg of Cu nodig is, maar dan?
Wanneer u besluit plantenvoeding te gaan gebruiken, dan kunt u met deze tabel bekijken of u een flesje koopt waar daadwerkelijk alle, dan wel minimaal de belangrijkste elementen in zitten. Dus u kunt een vergelijking doen tussen de aangeboden produkten.
Dan komt u er misschien achter dat u niet alleen flesje A nodig hebt, maar ook flesje B. Omdat in B juist die stof zit die nodig is, maar die niet in flesje A zit of te weinig (ijzer wordt apart verkocht zodat u dit apart kan nadoseren). U kunt uw eigen boodschappenlijstje maken. (Zie de tabel bij Soorten voeding in het schap in Planten en voeding II: Soorten voeding waar een dergelijke vergelijking wordt gedaan.)
Ook kunt u de samenstelling van het kraanwater met de tabel vergelijken. Dan weet u wat er wekelijks bij de waterverversing wordt toegevoegd.
|
|
Door deze elementen slechts "naakt" te bekijken, is het allemaal misschien niet veelzeggend. Het benoemen van O2, H2O en CO2 maakt het duidelijker. Zuurstofgas, water en koolzuurgas (koolstofdioxyde) bestaan uit de meest relevante macro-elementen. Fosfaat (PO4) en Nitraat (NO3) bestaan ook uit macro-elementen!
Naast de macro-elementen, bestaan er ook nog "bevoorderlijke elementen", de beneficial elements. Deze bevorderen de groei, maar zijn strict genomen niet noodzakelijk voor de groei. Het zijn een soort belastingambtenaren: leuker kunnen ze het niet maken, makkelijker wel.
Welke elementen bevoordelijk zijn, daar is nog de nodige discussie over. Naast Co (Kobalt, voor C4 planten eerder een micro-element), Se (Selenium), Si (Silicium, soms aangeduid als macro-element) en Na (Natrium) komen onder meer ook Al (Aluminum), F (Fluor), I (Jood), Li (Lithium) en Sn (Tin) in aanmerking (Zie o.m. Wiki).
![]() |
Fosfaat en nitraat bestaan uit macro-elementen. Planten hebben dit in relatief grote hoeveelheid nodig. | ||
|
![]() |
Gebruik de tabel om te controleren of een door u aan te schaffen plantenvoeding wel zo compleet is, als het merk beweert. |
U heeft nu een inzicht wat planten allemaal nodig hebben. Nu ja, allemaal? De ene plant wil meer Ca dan de ander, evenals de volgende weer meer Fe op prijs stelt. Daarnaast kunnen stoffen elkaar nog wel eens tegenwerken. Die stoffen noemt men antagonisten. Een verkeerde verhouding is funest. Voorbeeld? Calcium (Ca) bemoeilijkt bijvoorbeeld de opname van kalium (K), mangaan (Mn), fosfor (P) en ijzer (Fe) . Maar er is meer. Stikstof (N) werkt Zwavel (S) tegen, fosfor (P) en IJzer (Fe) werken elkaar tegen, en koper (Cu) weer ijzer (Fe). En deze lijst is nog niet compleet.
M.a.w. wanneer u zelf alles toevoegt, dan is de verhouding wel van belang anders zal het niet altijd het gewenste resultaat geven. Fabrikanten denken daar over na en zullen in hun produkten de juiste verhoudingen hanteren. De kans is dus klein dat dit een probleem zal vormen in uw aquarium. Maar let wel op bij ijzer, fosfaat en calcium toevoeging.
Overigens is het niet alleen misère. Magnesium (Mg) bevorderd de opname stikstof (N), en ijzer (Fe) de opname van Zwavel (S) en nitraat (NO3) bevordert de opname van magnesium (Mg).
![]() |
Planten zijn levende maar ook individuele wezens. Ze hebben voeding nodig om goed te kunnen groeien. Wanneer een voedingstof ontbreekt, zullen ze gebreksverschijnselen (of met een "duurder" woord deficiëntieverschijnselen) vertonen. Maar het boodschappenlijstje zal per plant verschillen. |
![]() |
Macro- en micro-elementen kunnen elkaar tegenwerken. Ondanks dat er genoeg is, kunnen planten sommige stoffen dan lastiger opnemen. |
![]() |
Niet elke plant heeft dezelfde behoefte. Kies de gulden midden weg. Dat kan betekenen dat één soort het soms domweg niet zal doen in uw aquarium of zulke rigide wensen heeft, dat daar andere planten onder lijden. Bedenk een alternatief voor een dergelijke plant of accepteer de consequenties.. |
![]() |
Misschien ten overvloede, en ook niet helemaal op zijn plaats in deze tekst. Er is nog een "antagonist": de pH. De pH is bijvoorbeeld van invloed op de beschikbaarheid van ijzer (Fe) en mangaan (Mn). Hoe lager de pH, hoe meer beschikbaar is/komt. Evenals door het verlagen van de redox-potentiaal Fe3 eerder naar Fe2 reduceert. Plantenvoeding is niet altijd het antwoord. Waterwaarden, temperatuur, licht, het is allemaal van invloed. Dus ook hierbij geldt: meer is niet altijd beter. Kijk naar de verbanden! |
![]() |
Met het verversen van water, zullen opgestapelde bouwstoffen worden verwijderd en wordt daarmee het mogelijk antagonisme opgeheven. Maar kijk ook eens naar de samenstelling van het potje visvoer. Sulfaten (S verbindingen) werken magnesium (Mg) tegen. M.a.w. wissel eens van voer. |
De aarde kent een kringloop. Stoffen worden gerecycleerd. Waarbij de processen soms snel en soms tergend langzaam gaan. Steenkool is het resultaat van een langdurig proces. CO2 van een heel kortdurend proces. Roofdieren en prooidieren kunnen niet wachten op het aanbreken van de lente of regenperiode. Waarin voedsel voor het "oprapen" ligt. Van gras tot kalfjes. Wat voor de dieren zelf misschien een eeuwigheid lijkt, maar feitelijk een kortlopend proces is.
In onze hobby zien we ook een dergelijke kringloop (naast deze mineraalstofkringloop kennen we ook de gaskringloop): eten wordt detritus, wat weer voer is voor bacterieen, die weer voer "maken" voor planten, waarna de aquariaan de planten snoeit en aldus de opgeslagen voedingstoffen verwijderd.
Er zijn veel afbeeldingen te vinden van de kringloop. Hieronder staan er twee. Met de linker grijpen we terug op het boekje uit 1947. Deels om aan te geven dat er sindsdien op dit gebied weinig is veranderd. Maar ook omdat de industrie erin is getekend. Ook toen was men zich bewust van die invloed. De rechter komt uit een boek uit de negentiger jaren. Deze is meer specifiek.
![]() |
![]() |
1947 | 1994 |
Velen van u denken bij het zien van deze afbeeldingen waarschijnlijk toch weer direct aan de heilige graal: het zogenaamde biologische evenwicht. Als dat er is, dan komt alles goed!
Nu is een evenwicht mogelijk, maar niet makkelijk en elke verstoring heeft gevolgen (tl buis vervangen, groep vissen erbij of weg, uitschieten met voer, ander voer gaan gebruiken).
In de basis is te stellen dat er in een aquarium altijd een evenwicht ontstaat. Het is alleen de vraag of het het gewenste evenwicht is. En de term biologisch? Een aquarium is geen gesloten systeem. De aquariaan is de hoogste macht die constant ingrijpt. Als het goed gaat (het gewenste evenwicht is er), dan heeft hij of zij niet veel te doen. Als het slecht gaat, dan zal er veel ingegrepen worden. Al of niet succesvol.
Door de aquariaan wordt van alles toegevoegd (en weggehaald). Heel basaal is dit te vatten in de volgende lijst:
|
|
|
|
Het klinkt allemaal prachtig. De constatering is, dat er in een aquarium een kringloop is. Start men met een voedingsbodem dan is dat anders dan met een kale zandbodem. Planten krijgen een magazijn met voeding mee. Dit wordt aangevuld door waterversing en visvoer in allerlei soorten. Althans de afvalproducten van de levende have waar ook de bacterieen bij horen. De vraag in het perspectief van deze tekst is, of planten aan die kringloop genoeg hebben.
![]() |
Of we nu wel of geen plantvoeding toevoegen, er is altijd voeding aanwezig in het water. De vraag is of het toereikend is en alles bevat. U als aquariaan bent daarvoor verantwoordelijk. |
De term biomassa (drooggewicht van organismen of delen ervan) is misschien verkeerd gekozen, maar bekt wel goed. In aquariumland wordt met deze term meestal de hoeveelheid planten bedoeld. Hoe meer planten, hoe meer voeding nodig is. Von Liebig toonde dit aan op zijn bouwgronden. Een akker zonder kunstmatige voeding leverde minder op, dan met toegevoegde voeding. Blijkbaar was een normaal stuk grond niet in staat alle planten te voeden. Maar door de extra's wel.
Hebben we in een aquarium maar een paar planten staan, dan zou de hoeveelheid voeding die uit de kringloop komt voldoende kunnen zijn. Extra bemesting is dan dus niet nodig. Wat ook verklaard waarom er aquarianen zijn die totaal het nut niet zien van het toevoegen van plantenvoeding. Het groeit toch allemaal goed? En "alle" planten staan er blakend van gezondheid bij, zonder spoor van alg of andere gebreken.
Deze aquarianen hebben ook volkomen gelijk. Never change a winning team. Echter het evenwicht is broos. Wanneer een tl-buis wordt vervangen, ontstaan er "opeens" problemen. Er is meer licht, dus de planten willen daar gebruik van maken. Het doordeweekse boodschappenlijstje groeit. En dan loopt de plant tegen lege schappen aan. De eerste gebreken gaan zich tonen.
Het advies is daarom al sinds jaar en dag, vervang niet alle tl-buizen tegelijk en laat de nieuwe buis minder lang branden. Een andere benadering is dat men de schappen zal aanvullen voor het vervangen van de buis. Men voegt eerst plantenvoeding toe en daarna gaat men de buis pas vervangen. Maar dan moet men wel bedenken welke winkelschappen bij voorbaat allemaal aangevuld moeten worden, zodat de plant alles kan vinden.
In een "Hollandse plantenbak" staan de planten hutje op mutje en deze groeien meestal niet langzaam dankzij de meer dan gemiddelde hoeveelheid licht boven de bak. De behoefte aan voeding zal dus evenredig zijn. De kringloop zal naar alle waarschijnlijkheid de vraag naar voedsel niet aankunnen. Wanneer men niets toevoegt, zal de plant voor lege schappen staan en in de problemen komen. De groei raakt er uit, bladeren vertonen gebreksverschijnselen en algen zullen hun kans waarnemen.
Hieronder links een aquarium die het moet hebben van het "water alleen". Rechts een florisante "Hollandse plantenbak". Echter wel uit 1966.
![]() | ![]() |
Het verschil in biomassa is duidelijk. We denken dat het aquarium volgens de "Hollandse school" slechts alleen een voedingsbodem bevatte. We zijn er zeker van dat er geen CO2 werd toegevoegd.
![]() |
Wanneer het aantal planten toeneemt, zal de aanwezige voeding eerder uitgeput raken en dus moet deze worden aangevuld, maar wel voordat de schappen leeg zijn. |
![]() |
Wanneer het aantal planten toeneemt... Dit is niet alleen via aankoop. Wanneer planten groeien zal de aquariaan snoeien en naast het terug zetten van de toppen ook stengels laten staan om het aantal op te schroeven. Dat is dus ook toename! |
![]() |
Een redelijk aanvaarde aanname is dat 40% van de beplanting uit echte waterplanten moet bestaan. Denk er eens over na wanneer u naar uw aquarium kijkt. |