Soorten voeding in het schap

Uit het eerste deel heeft u kunnen concluderen dat planten voeding nodig hebben. Dat is geen rocket-science. De vraag is hoe die voeding moet worden toegevoegd, maar ook hoeveel.
Hoe die voeding moet worden toegevoegd, hangt in eerste instantie af van de aquariaan zelf. De één zweert bij een voedingsbodem, de ander bij vloeibare plantenvoeding, sommigen combineren beide, een volgende gaat aan de slag met meerdere flesjes en maakt soms complete berekeningen. Deels is het verschil in hobbybeleving, deels interesse, deels levenshouding. Men maakt keuzes.
De hoeveelheid zal per aquarium verschillen. De biomassa, soort planten, visbelasting, hoeveelheid belichting is allemaal van invloed.


Wim Sonneveld in actie (te zien op youtube).
Misschien iets te nostalgisch?

Wanneer u besluit om een plantenvoeding te gaan hanteren, om wat voor reden dan ook, dan zult u ongetwijfeld uw vaste aquariumwinkel binnenlopen. Daar treft u schappen vol met emmers, zakken, flesjes en potjes aan, vrolijk gekleurd en/of leuk vormgegeven. En met een beetje (on)geluk ontstaat de uit het leven gegrepen conference van W. Sonneveld, geschreven door S. Carmiggelt: De man achter het loket.

'Nou, die man is namelijk mijn kapper, ziet u! Als ik bij hem binnenkom en ik zeg: Wilt u alleen maar mijn haar knippen, dan zegt hij tegen mij altijd: Wilt u lotion, wilt u tandpasta, wilt u zeep, wilt u watten, wilt u eau de cologne…'
S. Carmiggelt
Maar dan met de voor ons relevante produkten.
'Nou, die man is namelijk mijn handelaar, ziet u! Als ik bij hem binnenkom en ik zeg: Wilt u alleen maar mijn Zwaardplant voeden, dan zegt hij tegen mij altijd: Wilt u ijzer, wilt u testsets, wilt u kleibollen, wilt u extra koolstof, wilt u een nieuwe plastic Echinodorus…'

En een beginner zal als het tegenzit eindigen met voor een vermogen aan middelen zoals onderstaande foto laat zien (uit een relaas van een beginnend aquariaan).

U ziet door de bomen het bos niet meer. Al die geweldige slogans. Allemaal zeggen ze "koop mij want dan pas zullen uw aquariumplanten floreren". Waarbij de een nog completer is dan de ander, maar er ergens toch altijd nog een ander flesje noodzakelijk is, om het gewenste dieet echt uitgebalanceerd en compleet te maken. Hieronder wordt daarom nogmaals de elementen-tabel getoond, waarbij de H en O zijn weggelaten. Echter nu met een vergelijking tussen enkele produkten die melden wat ze bevatten. Iets dat niet vanzelfsprekend is. In de toekomst zal deze tabel uitgebreid worden.

Produkt Macro-elementen Micro-elementen (sporenelementen) Bevoorderlijke elementen of opmerkingen
CKNPCaMgS BClCuFeMnMoNiZn  
  Leidingwater CNCaMgS BClCuFeMnNi Al, F, Na, Se
       
  Complete plantenvoeding  KMg BCuFeMnMoZn  
  Dupla Plant  KPCaMg BCuFeMnMoNiZn Al, Cd, Cr, Na, Pb, Si, Sr, Ti, V
  Drak FerrDrakon KMg BCuFeMnZn Co, I, Sn
  Drak KramerDrak KMg BCuFeMnMoNi Al, Co, Li, Se, Sn
  EasyLife Profito  KMg BCuFeMnMoNiZn Co, F, I, Li, Sn, V
  Festal Compleet  KNPCaMgS BClFeMnMoZn Na, Si
  GroeiPower (GP) (info)  KNPMgS BClCuFeMnMoNiZn Ontstaan bij een AV
  GroeiPower+ (GP+) (info)  KNPCaMgS BClCuFeMnMoNiZn Ontstaan bij een AV
  HS Aqua FloraCell Citaat: "bevat alle nodige sporenelementen en mineralen, die voor de groei van planten nodig zijn"
  HS Aqua FloraCarbo Geen opgave. C en Fe zijn met zekerheid onderdeel van het produkt.
  Pokon Cactus  KNP BCuFeMnMoZn  
  Pokon Universeel  KNP BCuFeMnMoZn  
  Prodibio BioVert  KS  FeMn
  Seachem Flourish  KNPCaMgS BClCuFeMnMoZn Co, Na
       
  APO Sporenmix EDTA   BCuFeMnMoZn  
  CSM+B (EDTA)  Mg BCuFeMnMoZn  
  Drak DayDrakon   BFeMn Al, F, I, Li, Sn, V
  Dupla Plant 24  KPCaMg BCuFeMnMoNiZn Al, Cd, Cr, Na, Pb, Si, Sr, Ti, V
  EasyLife Ferro    Fe  
  Pokon Groenkracht   BCuFeMnMoZn Co
  Seachem Flourish Iron    Fe  
  Seachem Flourish Trace  Mg BCuMnMoNiZn Co, Rh, V

De bovenstaande gegevens zijn het resultaat van literatuuronderzoek. Mochten er onverhoopt fouten in staan, daarvoor excuus, maar we nemen er geen verantwoordelijkheid voor.
De tabel is geordend van "compleet" (  ) naar "aanvullend" (  ).
De tabel geeft aan welke elementen in de producten aanwezig zijn. Niet hoeveel. Dupla Plant heeft een andere percentuele samenstelling dan Dupla Plant 24. Evenals "Pokon Cactus en vetplanten" en "Universeel" hetzelfde lijken, maar het niet zijn (NPK 4+7+7 versus NPK 7+3+7). M.b.t. tot de Pokon produkten is het aan u of u er mee wil experimenteren. De samenstelling is niet gericht op waterplanten.

Drinkwater bevat veel, maar wel vaak "weinig van veel". De samenstelling van de produkten is grotendeels gelijk, maar wijkt subtiel af. In het één zijn meer macro- en micro-elementen aanwezig dan in het ander. Bedenk wel:

Het belangrijkste verschil is te vinden in de "bevoorderlijke elementen" of beneficial elements. De elementen die de groei stimuleren, maar strikt genomen niet noodzakelijk zijn. De aquariaan kiest. Of beter, maakt een bemestingsplan!

Naast de "complete flesjes zijn er ook de al aangestipte specifieke flesjes, speciaal voor het extra duwtje dat een plant soms nodig heeft (denk aan ijzer of aan sporenelementen). Maar wel apart, want dan kan men zelf de dosis bepalen. En dat is prima! Maar dan moet het ook als aanvulling gebruikt worden, en niet in de zin van "dat werkt niet, laat ik dat eens proberen".

Door de vele keuzen moet de aquariaan zelf nadenken over het bemestingsplan. Wat hebben zijn of haar planten nodig? Hoe dient dat toegevoegd te worden? Is B ook nodig naast A? In de volgende paragrafen worden de verschillende soorten afzonderlijk besproken waarbij de "vanzelfsprekende benodigdheden" als licht en warmte aangestipt worden waar nodig. Uiteindelijk zullen in het derde deel voorbeelden gegeven worden van het totaalplaatje.

Soorten voeding in het schap nader bekeken

Grofweg zijn de volgende soorten te onderscheiden:

In deze lijst gaat het van vast naar vluchtig. De voedingsbodem brengt men aan bij de opstart van een aquarium. Met nog een laag bodembedekking eroverheen. Met vaste voeding worden de kleibollen, pyramiden, kogels maar ook de voedingstabletten bedoeld. De rest spreekt voor zich (alhoewel, de term "vloeibare CO2" verdiend wel enige aandacht).

Compleet is de lijst niet. Want her en der zijn nog met water aan te maken poeders te koop om zelf een oplossing te maken, maar ook tabletten die in een potfilter moeten worden gedaan, zodat deze langzaam kunnen oplossen. Daar waar nodig zal aan deze vormen worden gerefereerd.

In de navolgende paragrafen worden de soorten voeding besproken in de volgorde van de bovenstaande lijst.

Het onderscheid in voedingstoffen is enigzins geconstrueerd te noemen. De één sluit niet de ander uit. Het is geen of-of. De aquariaan maakt de keuze. En zoals nog zal blijken een eenmaal gemaakte keuze (voedingsbodem) kan naderhand toch uitkomen op toevoegen van vloeibare voeding.

De voedingsbodem


Reclame uit vervlogen tijden

“Dit ies Mario, nieuwe pizzabakker bij IGLO. Moet onderaan biekinne, dè bodem”. Een reclame die velen nog in het geheugen staat gegrift. En van toepassing binnen onze hobby. Van oudsher is de bodem toeleverancier van voedingstoffen geweest.

In de eerder aangehaalde tekst Uit de oude doos wordt een "lichte" bodem beschreven. En inderdaad men stelde toen zelf die bodems samen:

Samen met de uitwerpselen van de aquariumdieren zou dit toereikend zijn. En gezien de afbeelding hiernaast uit ons eigen archief is dat niet vreemd. Weinig licht, gematigde beplanting.

Met de ogen van nu is het bovenstaande recept, een recept voor een zware bodem. En of aquarianen dit nog zelf samenstellen? Men koopt het liever kant en klaar in zak of emmer. Een laag op de bodem, afgedekt met grind en men is klaar. Toch zijn nog wel recepten te vinden gebaseerd op tuinaarde.

Er zijn vele aanbieders van dit soort voedingsbodems. Elk groot merk heeft er wel een. Allemaal gebaseerd op die recepten uit de vroege jeugd van de hobby, maar receptueel aangepast met de kennis van nu.

De grootste nadelen blijven:

Redenen waarom deze bodems aan populariteit hebben ingeboet. Waarschijnlijk worden ze verkocht aan de beginner omdat de handelaar dit aanraadt, maar gekocht door de aquariaan die het nooit anders heeft gedaan of wil doen.

Waarom worden deze bodems dan nog steeds gekocht? En dat is iets anders dan verkocht! Biotopen hebben meestal weinig beplanting, waarbij deze ook niet vaak wordt verplaatst, en ook niet direct volle belichting. Zwaardplanten en Cryptocorynes gedijen prima op die bodems. Men heeft er geen omkijken naar. Het opraken van een dergelijke bodem zal dan meevallen, en is vaak op te vangen door het toevoegen van kleibollen.

De aquaria die meedoen aan de top van de NBAT in de categorie [A1] hebben meestal of een kale zandbodem of een kale grindbodem, eventueel met in de onderste laag wat lateriet- of leempoeder. Die aquarianen schuiven graag met hun planten en willen niet geconfronteerd worden met een bodemverstuiving. Daarnaast hebben deze aquaria een hoge mate van beplanting waar de bodem niet op is toegerust.

Toch is er wel sprake van een soort come-back. Maar dan wel in nieuwe vorm, in een nieuwe jas. Maar anders dan oude wijn in nieuwe zakken. Bodems als Colombo Florabase, Red Sea Florabase, JBL Manado, ADA aquasoil en Akadama stuiven, mits niet goed uitgespoeld, nog steeds. Echter de samenstelling van die bodems is afgekeken uit de Bonsai. Een speciaal type klei is er in verwerkt. De structuur van die bodems is gericht op goede wortelgroei. De klei is in staat voedingsstoffen op te nemen maar ook de pH te sturen. Hierdoor wordt het makkelijker een aquarium op een bepaalde pH te houden. Alleen dat effect is wel eindig (Florabase geeft 1 jaar aan). Dus vervangen is uiteindelijk weer nodig. Het vasthouden van voedingstoffen zou algenremmend moeten zijn. Overtollige stoffen worden uit de waterkolom gehaald en opgeslagen "voor later".

Concluderend: een voedingsbodem wordt aangebracht bij de inrichting van een aquarium. Moerasplanten zullen deze als prettig ervaren. Echte waterplanten waarvan de wortels alleen dienen ter verankering, lijken er weinig aan te hebben, daar die voor voedselopname van de waterkolom afhankelijk zijn. Maar niet vergeten mag worden dat die zware bodems een prima huisvesting bieden aan bacterieen die hun "afvalproducten" deels aan het water afgeven.

"Zware" bodems voldoen prima voor biotoop-aquaria. Raken deze uitgeput, dan is bijvoeden mogelijk door kleibollen en vloeibare voeding. Men hoeft die bodem niet te vervangen als deze is uitgeput. Het kan wel, maar moet niet.
Zand of grind is bij [A1] makkelijker, maar deze bodems bevatten geen voeding.
De pH/KH sturende bodems zijn bezig aan een opmars. De eerste geluiden gaan van positief tot negatief. De tijd zal het leren.
Klei. Een prachtig woord. Maar de ene klei is niet de andere. Een van de kenmerken van de nieuwe bodems is dat deze voedingstoffen kunnen opnemen. Maar dat kan alleen wanneer de klei "leeg" is (dus bijvoorbeeld zelf geen PO4 bevat). Wil men geen nieuwe bodem, maar toch gebruik maken van de benoemde capaciteiten van klei, dan moet men de juiste klei aan de bodem toevoegen. Ga op zoek naar colloïdaal leem. En bedenk dat NO3 (nitraat) niet wordt opgenomen.
Kijk eens onder Uit de oude doos. Een verslag van een lezing uit 1950 verhaald dat zware bodems niet altijd even succesvol waren. De overige tips dienen in het licht van de toen aanwezige middelen gelezen te worden. Men had geen T5 bijvoorbeeld, maar andere verlichting!
Als men goed om zich heen kijkt, blijken producten voor aquaria al lang in de schappen te liggen, maar dan voor een ander doeleinde. Bij nieuwe produkten zijn er dan ook aquarianen die gaan vergelijken. De nieuwe pH sturende/KH afbrekende bodems, blijken dan ook (goedkoper) te koop als kattenbakvulling. En daar wordt dan ook mee geëxperimenteerd. Het nadeel daarvan is wel, dat men goed moet nadenken. Kattenbakvulling is vaak geparfumeerd. Dat zou schadelijk kunnen zijn.

Kleibollen

"Stop bij die Crypto, Lotus of Zwaardplant een kleibol. De plant zal er zienderogen van opknappen." Advies dat vaak voorbij komt. Maar waarom? Het zijn moerasplanten. Deze planten zullen voedsel opnemen via de wortels. Dit in tegenstelling tot stengelplanten die ook uit de waterkolom voeding kunnen opnemen daar deze vaak submers een andere bladvorm hebben, die hen daartoe in staat stelt. Hieronder een afbeelding van Sterrenkruid dat al eerder is genoemd in Help!. Deze plant heeft zich duidelijk aangepast.

Emers Submers

En misschien ten overvloede, bedenk eens wat de 'normale' groei is van een Lotus: wortels, eventueel met een knol, gevolgd door lange stengels met daaraan drijfbladeren. De bladeren willen naar de oppervlakte om daar licht op te vangen en CO2 op te nemen. Dat laatste is in de lucht altijd ongelimiteerd aanwezig. De wortels zorgen voor de overige voedingstoffen. En het liefst meer dan nodig is voor de groei zodat in de knol een reserve opgebouwd kan worden.

Concluderend: kleibollen of voedingstabletten kunnen worden gebruikt, onafhankelijk van het type bodem, om gericht bepaalde moerasplanten van voeding te voorzien.

In onze aquaria worden weinig echte waterplanten gehouden. Veel planten zijn moerasplanten die we dwingen om "eeuwig" onder water te staan. Niet elke moerasplant is volledig aangepast aan die situatie. Vandaar dat kleibollen een positieve invloed hebben op de groei van sommige soorten, terwijl andere deze volledig kunnen missen omdat zij uit de waterkolom de voedingsstoffen kunnen opnemen.
Moerasplanten die gedwongen worden tot een submers leven, zal niet iedere aquariaan aanstaan. Sommigen vinden dit pesten en benoemen dit als kommervorm. Als men open staat voor de argumentatie, moet men hen gelijk geven. Een Lobelia emers is nu eenmaal veel imposanter dan submers. Echter dit is een keuze, want met Lobelia zijn die mooie straatjes te maken waar de "Hollandse plantenbak" om bekend staat.
Kleibollen zijn heel goed zelf te maken. Wanneer u bij een sportviszaak leempoeder koopt (waar de sportvisser karperballen mee maakt) of lateriet in de aquariumspeciaalzaak koopt, heeft u de basis van een kleibol. Door hier vloeibare voeding en eventueel vloeibare ijzer aan toe te voegen, krijgt u een soort deeg waar u bollen van kunt maken. Deze laat u aan de lucht (eventueel in de zon) drogen. Hierdoor worden ze vast en kunt u ze gemakkelijk in de bodem stoppen. Dit is vele malen goedkoper dan deze te kopen.

Vloeibare complete plantenvoeding

Een zandbodem of grindbodem bevat geen voeding. Kleibollen kunnen dan ingezet worden voor moerasplanten, maar de andere planten willen ook voeding. En daar tegenwoordig waterverversing frequent wordt toegepast waarbij ook het mulm wordt verwijderd, zal de bodem weinig doen. Plantenvoeding uit een flesje is dan het antwoord. Maar welke?

Er zijn toch wel redelijk veel producenten van aquariaproducten. En er komen er steeds meer bij. De keuze is dan ook groot in complete plantenvoedingen. Welke is de beste? Ze zijn allemaal goed! Alleen de gebruiker moet weten hoe er mee om te gaan. Kiest men voor Dupla, dan kiest men voor een systeem en zal men dat volledig moeten uitvoeren. Kiest men voor HS Aqua, dan is dat prima plantenvoeding. Net zoals Sera, Tetra, EasyLife, Festal, eSHa, Drak en Seachem prima produkten aanbieden. En deze lijst van merken is verre van compleet, maar dat wordt ook niet nagestreefd.

Waarom is het ene produkt populairder dan de ander? Er zijn vele redenen:

Binnen een vereniging wordt vaak één produkt gebruikt. Dit omdat daar volgens vele leden de beste resultaten mee zijn te behalen. Op fora is dit evenzo. Al tijden kakelt men elkaar na. Gebruik EasyLife, en tegenwoordig, gebruik het "witte merk Y".

Alsof wanneer men het koopt alles helemaal goed komt, terwijl dat met dat andere flesje niet ging. En worden andere merken niet genoemd? Dan geldt onbekend, maakt onbemind of zelfs wat de boer niet kent, dat mot ie niet. Totdat iemand gaat rondbazuinen dat iets helemaal geweldig is, en de goegemeente daar weer achteraan rent.

In de paragraaf Soorten voeding in het schap kon u al de tabel bekijken waarin een platte vergelijking werd gedaan van wat er nu wel en niet in de verschillende soorten "complete" plantenvoeding zit. Dat geeft een beeld. En dat beeld heeft u nodig om een bemestingsplan te maken. Wanneer u weet wat er niet in zit, dan zult u dat op andere manieren moeten toevoegen om gebreken te voorkomen. Het is goed om te citeren uit het eerste deel van dit artikel:

Daarom wordt de Wet van Liebig ook wel de wet van het minimum genoemd. Boeren hebben ermee te maken als zij kunstmest op het land strooien. Als de kunstmest die ontbrekende bouwstof ook niet bevat, zal ook deze de groei niet bevorderen. Ze ‘pakt’ als het ware niet. De kunstmest regent bij de eerste de beste regenbui de sloot in. Er moet eerst iets aan de samenstelling van de grond veranderen wil er echt iets gaan groeien.

Boeren maken een bemestingsplan. Wij als aquarianen dienen dat ook te doen. Een onderdeel van een dergelijk plan, is nagaan wat er in een flesje zit. Dus dat komt neer op het feit dat wij aan onszelf de vragen stellen "wat voegen we toe"? En dat is iets anders dan klakkeloos aannemen dat wanneer de goegemeente merk X gebruikt, wij dat ook maar moeten doen. Als we weten wat we toevoegen, weten we ook wat we niet toevoegen. En dan kan men dat apart gaan toevoegen, of domweg twee flesjes kopen die men afwisselt. Waardoor bijvoorbeeld toch de "bevoorderlijke elementen" worden toegevoegd die wel in de één maar niet in de ander aanwezig zijn. De grote merken doen weinig of niets voor elkaar onder, maar een klein subtiel verschil kan soms veel uit maken.

Maak een bemestingsplan. Dat klinkt moeilijk. Dat is het niet. Bedenk gewoon of u alles aan de plant beschikbaar stelt, zodat de plant het boodschappenlijstje kan afwerken.
De meeste merken zullen qua samenstelling van een complete plantenvoeding niet voor elkaar onderdoen. Let er op dat bij de één een systeem volledig moet worden uitgevoerd, en bij de ander sprake is van wekelijks dosis (die ook over de week zijn te verdelen).
Soms is de receptuur geheim. Alhoewel dat niets aan een product afdoet, is het toch wel een pré als aangegeven wordt wat er in zit. Al was het alleen maar om dit te vergelijken met de elementen tabel.
In het verleden is er veel geëxperimenteerd en er wordt nog steeds geëxperimenteerd. Toen er nog geen schappen vol met (betaalbare) flesjes waren, waren er aquarianen die gebruik maakten van andere vormen van vloeibare voeding (en zelfs poeders). Het probleem dat zij ondervonden was dat de samenstelling van die voeding niet gericht was op aquariumplanten. Het duurde dan ook lang voordat de juiste dosering was gevonden. Al of niet gepaard gaand met allerlei randperikelen als alg maar ook verbeterde groei.
POKON universeel bemesting wordt normaal gesproken afgeraden voor aquaria. Het zou NH4 (Ammonium) en NO2 (Nitriet) bevatten. NH4 is nog te verdedigen. Dit wordt door planten opgenomen, alhoewel dit bij een hogere pH (> 6.8) in NH3 (Ammoniak) wordt omgezet. En dat is giftig. Tevens wordt gewaarschuwd voor ureum, waar deels de N uit voortkomt, maar dat zit ook in Seachem Flourish Nitrogen
Toch misschien wel de opmerking dat ooit de melding werd gedaan (2003): "Het (POKON universeel) geeft verbluffende resultaten ten opzichte van de alg, dus beslist een aanrader voor de chicliden houders die alg op hun stenen willen hebben". Als u durft, kunt u het uitproberen, maar ons advies is doe het niet. Van één van onze leden is bekend dat hij het toevoegt aan zijn Tanganyika-aquarium.
Wissel eens plantenvoeding af. Dit om te voorkomen dat stoffen die wel in A zitten en niet in B, en vice versa, een limiterende factor worden.
Het is krisis. Een hobby kost geld, maar er zijn grenzen. Naast de bekende merken, worden er op internet of bij verenigingen ook poeders aangeboden. Google eens op aquariumbemesting, CSM+B of KaliumNitraat. Deze poeders maakt men met (osmose)water aan. Meestal goed voor een halve liter voeding. Sommige van onze leden gebruiken die poeders. Soms ter afwisseling, soms als hoofdvoeding.
Op (kleinere) beurzen treft u ook aanbieders van plantenvoeding aan. Meestal zonder bijsluiter. Het kan geen kwaad deze uit te proberen. Onze leden hebben onder meer (positieve) ervaring met Xtra Fe van Eddy Leysen. Ook al is daar niet van bekend wat de samenstelling is.

Vloeibare complete plantenvoeding: dosering, hoe veel en hoe vaak

Wanneer u voeding gaat toevoegen, dan zijn er keuzes te maken. Op een doorsnee fles staat iets als "voeg elke week 10 ml per 100 liter toe". Maar dat is toch raar! Vissen voeren we om de dag of zelfs vaker. En wijzelf vullen ook niet aan het begin van de week ons bord, en peuzelen daar steeds een beetje van op. Daarbij zal het aan het einde van de week toch minder vers smaken.

Er zijn daarom ook aquarianen die elke dag plantenvoeding toevoegen. Wat zij doen is de weekdosis door 7 delen. Bij een groter aquarium is dit redelijk eenvoudig. In plaats van eenmalig 40 ml toevoegen, voegen zij per dag 5 ml toe. Dat kan makkelijk met een doseerspuitje. Het wordt wat lastiger (althans zo benoemen sommige aquarianen dat) als elke dag 1 ml opgezogen moet worden en dan in het water gespoten moet worden.

Voor beide manieren valt wat te zeggen. Of de een beter is dan de ander? Beide methodes geven resultaat.


Festal claimt een verbeterd chelaat te hanteren

Dat wekelijks doseren kan, heeft te maken met chelatoren. Normaal lost een voedingstof op in het water en kan in opgeloste vorm eenvoudig door de plant opgenoemen worden. Helaas zullen sommige elementen allerlei reacties aangaan nog voor ze door de plant zijn opgenomen. IJzer kan bijvoorbeeld reageren met zuurstof (roesten) en een onoplosbare neerslag vormen.

Om dit te voorkomen, verpakken fabrikanten voedingstoffen in een chelaat. Een chelaat beschermd voedingstoffen tegen bepaalde ‘chemische’ invloeden. Het voorkomt dat er een reactie kan plaatsvinden, bijvoorbeeld met zuurstof (roesten). Dus de versheid van de voeding blijft gegarandeerd. Waarbij nog de opmerking te maken is dat chelatoren ook de opname van stoffen door planten vergemakkelijken.
Overigens EDTA, ook een chelaat, wordt gebruikt in de tandheelkunde om het wortelkanaal van een tand te irrigeren. Evenals chelaten ook gebruikt worden om ijzer uit bloed weg te nemen. Dat zijn dan "lege" chelaten.

Waarom dan toch dagelijks doseren? En hebben aquarianen dat zelf bedacht? De één zal zeggen van wel, de ander zal wijzen op een merk als Dupla dat een compleet bemestingssysteem op de markt brengt waarbij voorgeschreven wordt wekelijks en dagelijks te bemesten. Wekelijks word Dupla Plant toegevoegd en dagelijks een paar druppels Dupla Plant 24. De idee is dat sommige elementen niet lang in het water kunnen bestaan, ondanks chelatoren. Daarnaast is de claim dat in de natuur er een constante aanvulling van nutriënten is, dat bereikt wordt door lekken van de bodem en aanvoer door regenuitspoeling, of aanvoer vanuit stromen. Planten zijn "gewend" aan dagelijkse aanvulling, of misschien een bepaalde beschikbare hoeveelheid.

Een ander argument dat ook wel gebruikt wordt voor dagelijkse dosering, is dat de geleidbaarheid van het water minder hoog oploopt. De geleidbaarheid is een goede indicator voor de hoeveelheid opgeloste zouten in water. Voegt men voeding toe, dan voegt men zouten toe. Door dagelijkse toevoeging in de ochtend, zal de EC even oplopen, en daarna weer dalen doordat de planten de voeding direct opnemen. Veel vissen die wij houden voelen zich beter bij een lagere geleidbaarheid.

Als u de keuze heeft gemaakt voor dagelijks of wekelijkse dosering, dan rest de vraag nog hoeveel. maar dat staat toch op het potje of fles? De hoeveelheid die volgens een bijsluiter moet worden toegevoegd, is de aangeraden hoeveelheid voor een doorsnee aquarium. In de paragraaf over biomassa heeft u al gelezen dat de hoeveelheid planten veel kan uitmaken voor het wel of niet voldoende beschikbaar zijn van voeding. Bedenk daarom dat de aanbevolen hoeveelheid voor uw aquarium wel eens te weinig kan zijn, of te veel. Te weinig betekent dat er toch gebreksverschijnselen ontstaan. Te veel is een aanslag op de portomonnee. Want het te veel gooit u bij het waterverversen weg.

Doseren kan op verschillende manieren. Er is altijd een manier die bij u past. U hoeft niet dagelijks met flesjes of doseerspuitjes aan de gang.
De door een fabrikant aangegeven dosering is gebaseerd op een niet bestaand gemiddeld aquarium. Het is geen wet van Meden en Perzen. Bij een dicht beplant aquarium is die dosis niet altijd, of eerder meestal niet, toereikend.
Door het toevoegen van plantenvoeding worden er stoffen in het water gebracht. Wanneer u gebruik maakt van een geleidbaarheidsmeter, zult u dit ook kunnen nameten. De EC waarde van het water zal hoger worden. Echter dit neemt weer af wanneer de planten de voeding opnemen. Met dagelijkse bemesting is er minder invloed op de geleidbaarheid.
Lees eens als achtegrondinformatie over de Wet van Malthus. Bijvoorbeeld de tekst van A. Brieneoord. Ook als extra informatie bij de volgende paragrafen.

Het extra duwtje in de rug: over ijzer, sporenelementen en meer

Complete plantenvoeding bevat allerlei stoffen. Maar van de een meer dan van de ander. Denk aan ijzer. Het is soms niet toereikend. De grote merken bieden daarom meestal ijzer apart aan. Of in vloeibare vorm, of poedervorm (die rechtstreeks in het aquarium kan worden geschept) of zelfs tabletten voor in het filter.


Een kleine willekeurige selectie uit het aanbod

Maar er is nog veel meer te koop:


Wederom een kleine willekeurige selectie uit het aanbod

Een sporenelement is een andere term voor micro-element. Elementen die in de voeding van een organisme aanwezig moeten zijn voor een goede groei en functie, maar slechts in minimale hoeveelheden nodig zijn (microgrammen tot milligrammen). Grote hoeveelheden kunnen zelfs makkelijk toxisch zijn, denk aan Zink.

De bouwstoffen Fosfaat, Nitraat en Kalium behoren tot de macro-elementen. Deze worden in de volgende paragraaf besproken.

Maar is toevoeging van sporenlementen nodig? Het antwoord vindt u in uw aquarium. De groei van uw planten laat zien of deze extra moeten worden toegevoegd.

Een probleem is dat bijvoorbeeld ijzer (FE2+) zich slecht laat meten in het water. Men zal dus op gevoel dit toevoegen, dan wel de gebruikshandleiding goed volgen.

Sporenelementen zou men dagelijks extra kunnen toevoegen in kleine hoeveelheden (Denk aan Dupla Plant 24.) Voor ijzer en calcium leest men de gebruiksaanwijzing.

Bedenk heel goed dat dit soort toevoegingen als aanvulling dienen op een complete plantenvoeding. Hoe meer hoe beter gaat hierbij niet op. Te veel toegevoegde stoffen gooit u namelijk weg bij het waterversen, en dat is zonde van het geld (tenzij u de tuin bewaterd met dit water). Maar dat is niet het enige. Wanneer er van sporenelementen een teveel is, is dat giftig of kan dat planten bemoeilijken om andere stoffen op te nemen. Zo is van fosfaten en calcium bekend dat deze de opname van ijzer remmen, stikstof remt de opname van zwavel.

Die aquarianen die extra calcium toevoegen, stellen dat het werkt. Maar het zijn soms dezelfde aquarianen die de truc van het krijtje bij Vallisneria stoppen naar het rijk der fabelen wijzen. Een krijtje bestaat uit 100% calcium.
Waarom ijzer toevoegen? Iedereen kent toch de truc met de spijker? Stop een ijzeren spijker in de bodem en het komt goed! Maar vind tegenwoordig maar eens echte ijzeren spijkers. Misschien bij opa in de schuur in een emmertje? En reeds roestbruin uitgeslagen. Dus niet bij de Gamma, Karwei of Praxis.
Bedenk dat het gewenste ijzer niet de roest is. Het gewenste ijzer kan zich alleen vormen (oplossen) onder zuurstofloze omstandigheden. Door een spijker of nat staalwol in klei te verpakken, kan het. Maar dat betekent dat u kleibollen in de bodem stopt. IJzer uit een fles is beter stuurbaar en komt ten goede aan echte waterplanten.
IJzer (> 0.15 ppm) en draadalg (of kluwalg, wat dat ook moge zijn). Er wordt vaak gewezen op een verband tussen beide. Evenals dat ook ontkent wordt: CO2 gebrek, een ander tekort of een NH3 piek. Dat zouden de ware boosdoeners zijn. Althans qua uitbraak, dus de veroorzaker.
Heeft men eenmaal deze alg, dus die prachtige losse groene plukken alg die beginnen op de bodem, dan wel losjes rond en op planten aanwezig zijn, dan boeit het u niet meer wat de oorzaak was. Weghalen, weghalen en nog eens weghalen. Deze alg staat hoog op de ladder van planten (!) en maakt het daardoor moeilijk bestrijdbaar, althans zonder zichtbare schade aan de planten. En zal ook profiteren van voeding, wat waarschijnlijk verklaard dat er een verband tussen ijzer en deze alg wordt gelegd. De alg profiteert van die ijzertoevoeging en zal nog sneller groeien.
Maar voeding terugbrengen is geen optie. De schade die men dan de alg probeert aan te brengen, treft evenzo uw planten.
Lateriet poeder of "Franse rode klei" zijn kleisoorten die veel ijzer bevatten. Deze kunt u bij ijzerminnende moerasplanten in de bodem stoppen. De wortels zullen het ijzer opnemen.
Sporenelementen zijn ook te koop bij uw bloemenzaak of tuincentrum: Pokon Groenkracht. Met het "bevoorderlijk element" Kobalt (Zie de tabel).

Nitraat (NO3), Fosfaat (PO4), Kalium (K)

In tegenstelling tot meststoffen voor kamerplanten of groenten bevatten de verschillende soorten complete plantenvoeding geen Kalium, Nitraat noch Fosfaat. Of in heel bijzonder lage concentraties. Normaal gesproken is dat ook niet nodig voor een doorsnee aquarium. Door het voeren van vissen komen genoeg van die stoffen in het aquarium. Het heeft dan ook lang geduurd voordat deze stoffen omarmd zijn door fabrikanten als toevoeging. Er waren wel altijd genoeg producten om deze stoffen te neutraliseren, denk aan Zeoliet voor in het potfilter, dat ammonium, nitriet en nitraat absorbeert.

Waarom worden deze stoffen dan toegevoegd aan aquaria? Dit bleek noodzakelijk. Maar in dat stuk uit 1947 werd toch al vermeld dat kaliumnitraat nodig was? Is die kennis dan ergens verloren gegaan? En waarom?

Ergens in de hobby is een omslag geweest m.b.t. het gebruik van voedingsbodems, waterverversen en belichting. Het verlaten van de "zware bodem" stond gelijk aan het verarmen, verschralen van de aquaria. Het verlaten van het principe "oud water is goud water" vertaalde zich in propere aquaria met weinig tot geen mulm op de bodem, en daarmee het terugdringen van het aantal bacterieen. De verbetering van de verlichting, van T12 naar T8 (en nu naar T5) en het toenemen van het aantal buizen leverde een groeistimulans op waarbij geen gelijke tred werd gehouden met het toevoegen van voedingstoffen. "Vroeger had ik altijd zo een mooi aquarium en nu lukt het maar niet..."

En dan moet de meest beruchte sluipmoordenaar nog genoemd worden: verandering van de samenstelling van ons drinkwater. Doordat drinkwater is veranderd, zijn er stoffen verdwenen uit dat water, of sterk verminderd aanwezig. Stoffen waar aquarianen vroeger geen omkijken naar hadden.

Daar deze verandering redelijk geruisloos en geleidelijk plaats had, ontstond er onbegrip tussen aquarianen. Te veel ruis op de lijn. Aquarianen die opgegroeid zijn met zware bodems konden niet meer goed communiceren met de nieuwe lichting aquarianen. De eerste groep hield hardnekkig vast aan nitraat en fosfaat verlagende middelen. En gaven ook het advies die te gebruiken (met als idee dat iedereen een zware bodem hanteert). De andere groep propageert het gebruik van fosfaat en nitraat, en vraagt zich af hoe dom fabrikanten kunnen zijn? Want het is toch te onzinnig voor woorden dat die fabrikanten nog steeds die produkten op de markt brengen, terwijl er constant een tekort aan die stoffen is (met als idee dat iedereen een kale bodem hanteert en een vol beplant aquarium heeft).

Onbegrip dat leidt tot nieuwe ongeschreven regels, gebaseerd op onjuiste interpretaties. "Oud water is goud water" is onzin, achterhaald en onhygienisch. Fosfaatverlagers behoren tot de categorie zakkenklopperij, maar men moet fosfaat toevoegen. Tot over enige jaren weer een nieuwe lichting zich aandient en dan die regels op de schop zet.

Zonder verleden, geen heden. Vroeger was het allemaal niet beter. Maar nu is het dat ook niet. Het verschil is wel dat de eerste aquarianen (begin twintigste eeuw) behoorden tot de "betere klasse". Men had geld en was opgeleid. Men kocht niet een standaardsetje bij een bouwmarkt of tuincentrum. Men dacht na en was genoodzaakt zelf het wiel uit te vinden. Men wist dat nitraat en fosfaat nodig waren. Men wist hoe NH4 produktie kon worden bevorderd. Maar wel alles in de context van de tijd en de voorhande zijnde middelen.

Het toevoegen van nitraat en fosfaat is geen moeten. Maar bij een kale zandbodem wel een voor de hand liggende optie. Hierbij komt dan wel het begrip biomassa om de hoek kijken (in combinatie met de hoeveelheid licht). Een aquarium geënt op een Zuid-Amerikaanse rivier met prachtige Discussen en hier en daar een verdwaalde Zwaardplant, zal geen enkele toevoeging vereisen. Maar een "Hollandse plantenbak", met wat verdwaalde scholen vissen juist weer wel. Want daarin wordt veel minder gevoerd en gebruiken de planten veel meer, waardoor een tekort snel kan ontstaan.

Een tekort belemmert de groei van planten. Dus u als aquariaan zal in die situatie moeten ingrijpen. Door het tekort op te heffen. U kunt de stoffen toevoegen uit een flesje, meer of anders gaan voeren, of het licht minderen. Toevoegen uit een flesje is veruit het makkelijkst en meest controleerbaar. Meer voeren kan problemen opleveren wanneer de voeding niet opgenomen wordt, en u moet de juiste voeding toevoegen (dus kijk naar de samenstelling of zoek op wat watervlooien of muggelarven bevatten). Licht minderen zal aanpassing van planten vragen, en het vergt enig zoekwerk van de aquariaan. Als u een dimmer gebruikt, bent u flexibeler dan wanneer u alleen lampen korter kunt laten branden.

Wanneer u NO3 en PO4 gaat aanvullen, kunt u gebruik maken van flesjes. De producent EasyLife heeft deze stoffen op de markt gebracht als: Nitro, Fosfo en Kalium. Langer op de markt zijn Flourish Nitrogen, Flourish Phosphorus en Flourish Potassium van Seachem. Deze flessen zijn klaar voor gebruik.

Is er veel verschil tussen deze producten? Seachem geeft aan wat er in zit. In Nitrogen zit bijvoorbeeld zowel K2O, nitraat en ammonium (NH4, dat planten prefereren boven NO3). Easylife geeft van Nitro aan dat het NO3 en K bevat. De produkten zullen elkaar weinig toegeven.

Echter het is ook als poeder bij een apotheek of internetwinkel te koop: KNO3 (KaliumNitraat) en KH2PO4 (Kaliumfosfaat). Men lengt dit poeder aan met (osmose)water. Waarbij u dan zelf moet berekenen hoe sterk de oplossing is (Download een Excel-bestand dat u kan helpen bij de berekening). Kalium hoeft dan meestal niet apart te worden toegevoegd.

Het uitgangspunt is dat de waarden voor deze stoffen niet tot een te laag niveau dalen, en zeker geen 0. Want dan staat de plant voor een leeg winkelschap. Beter is dat er altijd iets te vinden is. Planten zullen wel altijd zoeken naar een alternatief, maar dit niet altijd vinden. Hoe hoog de waarden moeten zijn is compleet afhankelijk van de keuze van de aquariaan.

Waarom die voorzichtigheid? Enerzijds willen we planten voeden. Anderzijds willen we vissen een goed en gezond thuis geven. Niet elke soort vis voelt zich prettig bij een hoog nitraat of fosfaat-gehalte. Niet voor niets wordt bij een keuring de geleidbaarheid van het water gemeten. De NBAT gaat voor een gezelschapsquarium uit van maximaal 500 µS. Echter de reeks 250 - 800 µS lijkt soms aanvaard te worden.

Overigens over de geleidbaarheid misschien ten overvloede nog het volgende. Stoffen, zoals nitraat maar niet alleen nitraat, worden door het meten van het elektrisch geleidend vermogen waarneembaar. In normale aquaria vindt een geleidelijke verhoging van verschillende substanties, zoals nitraat, fosfaat, chloride en andere zouten plaats. Aquarianen willen de meting van het geleidend vermogen wel eens vergelijken met het uitgangswater, om gemakkelijk vast te stellen wanneer het tijd is voor waterverversing. Dit wordt dus anders wanneer u stoffen toevoegt, daar u uw water opzettelijk "vervuild". Maar het kan ook andersom! Als de waarde daalt, nemen de voedingstoffen af en wordt het misschien tijd om te gaan toevoegen of specifiek te gaan testen op NO3 en PO4.

Als de waarden niet tot 0 mogen dalen, rijst de vraag wat deze dan wel moeten zijn? Streefwaarden voor deze stoffen m.b.t. "Hollandse plantenbakken" lopen op het internet ver uit een. Van 1 tot 2 ppm voor PO4 en 10 tot 20 ppm NO3 en zelfs nog veel hoger. Waarbij voor het gemak wordt gesteld dat 1 ppm gelijk is aan 1 mg/l (Chemici zullen dat niet zuiver vinden). Wanneer dat vergeleken wordt met de waarde van fosfaat voor oppervlaktewater, 0,2 ppm, is dat misschien extreem te noemen. Echter bedenk dan dat een plantenbak veel meer biomassa heeft. En dus meer van deze stoffen verbruikt.

Hoe nu daar mee om te gaan? Het meest zekere is het water meerdere malen te testen op NO3 en PO4 om een indruk te krijgen van de opbouw van deze stoffen. Bijvoorbeeld door te testen na een waterwissel, halverwege de week, een dag na het voeren van levend voer en voor de waterwissel. Wanneer loopt de waarde op? Zakt de waarde? Wordt er laag gestart? Op basis daarvan kunt u een bemestingsplan maken. Ziet u dat halverwege de week de waarden 0 zijn, dan weet u dat u een dag van te voren de stof dient toe te voegen.

Dat klinkt allemaal wel heel bewerkelijk. En dat is het ook. En nog duur ook, want die testjes zijn best prijzig. Echter, als men dit eenmaal heeft gedaan kan men de weken daarna het uit de losse pols gaan doen, met misschien af en toe nameten om bij te sturen (de testen heeft men dan toch). Als men maar naar de planten blijft kijken. Die moeten gezonder gaan ogen.

De dosering van deze stoffen leent zich voor dagelijks of om de dag (zoals bij de Estimative Index). Hou hierbij rekening met het feit dat ijzer en fosfaat op elkaar reageren, waardoor deze neerslaan. Doelstelling is te zorgen dat er altijd genoeg aanwezig is, dus dat de waarde boven de 0 ppm blijft. De waarde waartot men aanvult, is aan de aquariaan zelf. De één speelt op safe en vult aan tot 2 om 20 ppm. Een ander kiest voor een lagere of hogere waarde. Afhankelijk van hoe ver men wil gaan.

Gaat men aan de slag met deze stoffen dan is het gebruik van kant en klare oplossing makkelijker. Op de fles staat precies hoeveel men moet toevoegen om tot een bepaalde concentratie te komen. Als het bevalt kan men altijd nog naar de goedkopere poedervorm en zich verdiepen in de berekening.

Voor het gemak worden hier wat rekenvoorbeelden gegeven.

EasyLife Fosfo: 10 ml per 500 liter verhoogt de PO4-concentratie met 0,1 ppm.
Uw aquarium is 80x40x40: dus 128 liter. Ruim genomen zal daar minus bodem, hout en planten 102 liter water resteren, afgerond 100 liter. Afgerond. Exact is niet nodig. De wet van het minimum stelt dat een stof afdoende aanwezig moet zijn, dus u hoeft niet tot op 9 cijfers achter de komma nauwkeurig te werken.
U meet dat er geen PO4 aanwezig is, en u wilt naar 1 ppm.
Voor 500 liter heeft u dan 10 maal 10 is 100 ml nodig. Voor uw aquarium vermenigvuldigt u dit met (100/500). De uitkomst: 20 ml.

U heeft een aquarium van 120x50x50: dus 300 liter. Maar met de bodem en beplanting eraf is dat 240 liter.
U meet reeds 0,5 ppm fosfaat. U moet dus nog 0,5 ppm toevoegen. Dit is op 500 liter 50 ml. U vermenigvuldigt dit met (240/500): 24 ml.
Nitraat en fosfaat zijn belangrijke voedingstoffen. De stoffen zelf veroorzaken geen alg. Het in deel I kort aangestipte experiment van David Schindler toont aan dat fosfaat-eutrophiering wel tot problemen leidt, maar dat ligt niet aan de stof, maar aan de verstoring die het nodeloos toevoegen van de stof te weeg brengt.
De stoffen zijn kant en klaar in een flesje te koop, of zijn als poeder aan te schaffen via het internet of op beurzen.
Toevoeging van nitraat en fosfaat is niet altijd noodzakelijk. Visvoer (droog, levend of diepvries) bevat deze stoffen ook. Dat kan ruimschoots voldoende zijn, afhankelijk van de biomassa.
De wet van het minimum doet geen uitspraken over hoeveel bouwstoffen aanwezig moeten zijn. Deze wet omschrijft alleen dat wanneer er van een bepaalde bouwstof slechts een beperkte hoeveelheid aanwezig is, dit de maximaal behaalbare groei bepaald.
Binnen de hobby is er geen overeenstemming over hoeveel nitraat en fosfaat aanwezig moeten zijn in het water. Toch ziet men vaak ratio's als 10:1 of 20:2 voorbij komen. Vreemd genoeg is dit te herleiden tot de vaak verguisde Redfield Ratio, of het is toch op zijn minst een echo daarvan. Deze stelt C:N:P als 106:16:1.
Wat wij toevoegen en meten is het echter NO3 en PO4. Er hangt dus zuurstof (O) aan. Door dit mee te nemen in de berekening wordt het ongeveer NO3:PO4 10:1.

Bron: (Buddy) Redfield Ratio
Bedenk dat met klei ook fosfaat kan worden toegevoegd aan het aquarium. Men dient dan de eerder genoemde klei te hebben die "vol" is. Eventueel te bereiken door de klei te "weken" in een fosfaatoplossing. Minder gecontroleerd is dit wel.
Wanneer u besluit om nitraat en fosfaat toe te voegen, denk dan wel na over de inhoud van uw potfilter. Wanneer deze medium bevat dat nitraat of fosfaat opneemt, dan bent u bezig met water naar de zee te dragen.
Fosfaat kan een reactie aangaan met sporenelementen of andere voedingstoffen. Een redelijk geaccepteerd regime is nitraat en fosfaat op de ene dag toe te voegen en de overige stoffen op de andere dag.
Wanneer u een tuin heeft, gebruikt u naar alle waarschijnlijkheid NPK. Binnen onze vereniging wordt door sommigen een aantal NPK-korrels aan de bioloog toegevoegd. Deze lossen langzaam op. Dit is niet echt stuurbaar, en een eenduidig antwoord op hoeveelheid wordt niet gegeven.

CO2

CO2 is plantenvoeding. Maar:

Een aantal vooroordelen, gedachten die onder aquarianen leven.

In de sectie Uit de oude doos staat een afdruk van een krantencolumn uit 1981. Met een aantal willekeurige citaten over gebruik van CO2. Kijk er eens naar, voordat u aan dit stuk begint. Noodzaak is er namelijk niet altijd om CO2 toe te voegen. Wanneer wel is te beredeneren.

De afbeelding hiernaast komt uit een brochure van Colombo. De afbeelding geeft perfect de wet van het minimum weer. In de afbeelding is CO2 de factor die de groei bepaalt. Of beter beperkt. Er is genoeg licht, genoeg voeding, maar weinig CO2. Is de term genoeg hier juist? In dit geval niet. Dat licht stimuleert de plant te groeien. Dus dienen ze boodschappen te doen. Maar de CO2 is slechts beperkt voorraadig. Planten zullen dus voor een leeg winkelschap komen te staan.

Dus men moet CO2 gaan toevoegen. Dat lijkt een logische conclusie. Maar dat is maar één kant van het verhaal. De term "genoeg" kan ook opgevat worden als "te veel". Door de lichthoeveelheid te verminderen, zullen planten door het licht beperkt worden. En dan zou de afbeelding anders worden.

De beperking van het licht geeft een langzamere groei, en de schappen blijken afdoende gevuld.

Natuurlijk is er een beperking aan het verminderen van het licht. Planten hebben een minimale hoeveelheid nodig voor de fotosynthese. Is dit te weinig dan staakt de groei, of wordt minimaal ernstig belemmerd. Er kunnen geen enkelvoudige suikers aangemaakt worden, of in ieder geval niet in voldoende mate. En dan is de derde afbeelding geldig. De beide andere staven blijven hetzelfde. Algen grijpen hun kans. Planten maken geen kans, want die zijn verzwakt en een gewillige prooi.

Waarom dan niet eerder? Goede vraag. De constatering is dat wanneer planten gezond zijn, deze niet gevoelig voor algen zijn. Algen op dode materialen komen in die situatie nog steeds voor, maar in kleinere hoeveelheden. Planten zijn in gezonde toestand efficienter in de opname van voeding. Waardoor elementen weggekaapt worden voor de neus van de algen. Algen zijn dan beperkt in hun groei. Wanneer dan ook in een aquarium algeters aanwezig zijn (vissen, slakken, garnalen), dan is dus een algarm aquarium te bereiken.

Terug naar CO2. Moet men CO2 toevoegen? Eerder bij de kringloop is duidelijk geworden dat altijd CO2 in water voorkomt. Uit de lucht, door uitademing van vissen, "gemaakt" door bacterieen. Daarnaast zal er ook C in het aquarium aanwezig zijn in de vorm van dissolved organic carbon (DOC). DOC is een algemene beschrijving van het in water opgeloste organische materiaal. Het is het resultaat van afbraak van planten en dierlijk materiaal. Is er een hoge concentratie dan uit zich dit in de kleur!, geur en smaak. Maar planten kunnen het gebruiken. Daarnaast is er voor sommige planten nog een uitweg. Als eerder gesteld kunnen zij via biogene ontkalking CO2 maken.

De vraag is of het genoeg is. Is het antwoord nee, dan moeten de winkelschappen gevuld worden of de hoeveelheid klandizie beperkt worden. Dat laatste betekent (en/of):

Maar dat is zoeken en lastig. Makkelijker is dan toevoeging.

Toevoegen van CO2 kan op heel veel manieren:

Die laatste is echter in onze ogen geen optie. Dit betekent dat men met een stof/zuur de KH afbreekt (verlaagt) waarbij CO2 vrijkomt en de pH zakt. Een pH-val is zeer wel mogelijk. Het effect is niet langdurig.

Het toevoegen van vis of laten groeien van de bacterie-kolonie is tevens een optie die beperkt toepasbaar is. Vissen zijn nu eenmaal niet eindeloos toe te voegen en de in deze context gewenste bacteriegroei vereist een zware bodem met een dikke mulm-laag.

Er resteren dus feitelijk drie opties.

De eerste twee opties bestaan uit het toevoegen van CO2-gas op verschillende manieren. De eerste optie kan men zo duur maken als men wil. De tweede manier is de zogenaamde suiker-gist methode. In een frisdrankfles mengt men suiker, gist en water. Gist zal zich vermeerderen, waarbij de suiker wordt opgegeten en CO2 afgegeven. Het nadeel is dat dit redelijk ongecontroleerd is. In het begin zal zich veel CO2 ontwikkelen, totdat het resultaat van het proces, alcohol, giftig wordt voor de gistcellen en dus de CO2 productie afneemt. Commercieel zijn dergelijke sets ook verkrijgbaar.

Wil men niet knutselen, direct een grote investering doen, maar wel makkelijk kunnen sturen, dan kan men in eerste instantie een toevlucht zoeken tot de wegwerp CO2-fles met klok. Op de lange duur, erg duur, maar wel een aanrader om het eens uit te proberen. Bijvoorbeeld de hiernaast afgebeelde Starter set van HS Aqua. Maar er zijn meer aanbieders die een dergelijke set voeren.

Vloeibare "CO2" is feitelijk onzin. Maar het werkt wel. Recentelijk zijn een aantal produkten op op de markt gebracht die een opgeloste C-verbinding bevatten. En die daardoor ook wel (foutief) als "CO2 uit een flesje" of "vloeibare CO2" worden betiteld. Dit zijn:

De eerste twee zijn gelijkwaardig. En de aanname is dat deze zijn gebaseerd op gluteraldehyde, benoemd als polycycloglutaracetal (bron), een ontsmettingsstof (o.m. sterilisatie medische instrumenten). Dewelke ook gebruikt kan worden (en wordt) als algicide. Waarbij de concentratie bepalend is. Overdosering is daarom niet raadzaam.
Van het product van Colombo is ons niet bekend wat dit is. Echter in de brochure wordt gewag gemaakt van een algenremmende werking. Dat doet een vermoeden rijzen. Maar dat is een vermoeden.
HS Aqua FloraCarbo is een complete plantenvoeding die ook een C-verbinding bevat, maar dan gebaseerd op ijzer. Deze is dus totaal anders. Het is een "totaaloplossing". De één vindt dat een voordeel, een ander juist een nadeel, daar die apart wil doseren.


pH-KH-CO2. Klik om te vergroten.

U heeft genoeg keus. Waarbij nog één opmerking noodzakelijk is. CO2 beïnvloed de pH. Er is een relatie tussen de pH, KH en CO2. Door bij een bepaalde KH CO2 (gas!) toe te voegen zal de pH dalen. Dit is een mechanisme waar aquarianen gebruik van maken. Echter daarbij mag men nooit uit het oog verliezen dat de pH verlaging geen doel op zich is. CO2 voegt men toe als planten voeding. Wil men toch via CO2 de pH verlagen, dan dient men eerst de KH te verlagen, door bijvoorbeeld water te verversen met osmose water. Relatief heeft men dan minder CO2 nodig om tot een gewenste pH te komen. Bij een KH van 8 moet men tot 30 mg/l CO2 toevoegen om tot een pH van 6,9 te komen, bij een KH van 6, slechts to 23 mg/l. Dat is beter voor de vissen.

Een in oplossing zijnde C-verbinding is van generlei invloed op de pH!

CO2 is plantenvoeding.
CO2 wordt niet gebruikt met als doel de pH te verlagen. Voorkom naar lucht happende vissen door gebruik te maken van osmose water om de KH te verlagen voordat de CO2 kraan open gaat.
Een advies dat normaal gesproken wordt opgevolgd, alhoewel er ook aquarianen zijn die op basis van het luchthapgedrag van vissen uitproberen hoe ver de CO2 kraan open kan.
CO2 wordt gebruikt tijdens de fotosynthese. Er is een relatie is tussen CO2, KH en pH. De hoeveelheid opgelost CO2 t.o.v. de KH geeft de pH. Wanneer planten CO2 overdag gebruiken, en dit niet snel genoeg wordt aangevuld, zal de pH oplopen. 's-Nachts daalt deze weer omdat planten dan CO2 niet opnemen en vissen en planten CO2 afstaan.
C is de belangrijkste bouwstof van planten (en mensen). Dat C kan uit CO2 worden gehaald, maar ook uit andere verbindingen. Een Anubias of Vallisneria zal dit via biogene ontkalking kunnen onttrekken uit waterstofcarbonaat.
CO2 is van invloed op de pH. Vloeibare C-verbindingen per definitie niet.
Het is lastig te voorspellen hoe stoffen zich gedragen in water, dus welke reactie deze aangaan. Op Amerikaanse fora is er wel eens discussie geweest over hoe gluteraldehyde zich in water gedraagt. Een optie hierbij is dat de stof uiteenvalt in andere verbindingen waarbij O2 wordt gebruikt en CO2 wordt gevormd. Echter dit zouden zulke kleine hoeveelheden zijn, dat dit van geen invloed op de pH is.
CO2 toevoegen doet men niet voor "de lucht". Sterke opppervlaktestroming of een bruissteen gevoed door een luchtpomp zijn dan ook ongelukkige keuzen, vanuit het perspectief dat de CO2 in het water beschikbaar moet blijven voor de planten.
Een overdenking hierbij kan het gebruik of juist niet het gebruik van de toch wel in onbruik geraakte glazen dekplaten zijn. Deze platen sluiten een aquarium redelijk goed af. Althans kunnen dat. CO2 uit de lucht zal dan moeilijker bij het water kunnen, maar ook andersom. Er ontstaat een ruimte tussen het water en die dekplaten. Die ruimte kan in theorie de werking hebben van het zogenaamde "omgekeerde bakje" of de klok uit een simpele CO2-starterset. CO2 dat ontsnapt uit het water zal waarschijnlijk "blijven hangen" in die ruimte. In theorie.
Seachem Flourish Excel en EasyLife Carbo worden geroemd om de werking op algen. Directe toediening (doseerspuit) op alg doet de alg afsterven. Echter sinds 2011 wordt geregeld gerapporteerd op de verschillende fora, dat er sprake is van gewenning. Door dagelijks het produkt toe te dienen, lijkt het alsof algen zich er niets meer van aantrekken, ook niet bij directe toediening.
Om het CO2-gehalte (dus niet DOC of vloeibare C-verbindingen) te meten, kunt u de aanschaf overwegen van een "dure" electronische meter, of de "goedkopere" zogenaamde continu-testen. Dergelijke testen bevestigt u op de voorruit en geven dus een "direct" meetbare waarde.
Het merk Dennerle heeft een test op de markt gebracht waarbij de meting is gebaseerd op een indicator en de bijgeleverde stof (broomthymolblauw?). Bij andere merken vult u de test met indicator en aquariumwater. De reeds aanwezige stoffen in dat aquariumwater zou mogelijk de aflezing beïnvloeden.
Eerlijkheidshalve de opmerking dat deze "drop-checkers" uitermate lelijk zijn. Er is al jaren een kruistocht bezig tegen de zichtbare thermometer aan een zuignap. Waarom zou men dan wel zo een ei tegen de voorruit accepteren?
CO2 toevoegen schrikt aquarianen vaak af. Prijstechnisch. Een beetje systeem kost toch al snel € 400,00. Om uit te proberen of CO2 iets voor u is, kunt u beginnen met de suiker-gist methode dat eventueel wordt opgevangen in een omgekeerd boterkuipje. Op het internet zijn er genoeg recepten en methoden te vinden.
Wilt u niet knutselen dan zijn er "goedkope" setjes met een klok te koop.
Seachem Flourisch Excel en EasyLife Carbo worden ook ingezet als algicide. Dit door met een doseerspuitje rechtstreeks de stof op algen te spuiten. De algen sterven af. Hou hierbij wel de dosering in het oog. En bedenk dat het symptoombestrijding is. Daar is niets mis mee, als het er maar niet bij blijft.

< Planten en voeding I: De basis | Planten en voeding III: Advies >