Varanus (Varaan)

©2013 M. v.d. Heijden

Zowel op Maleisië als op Borneo kwamen we deze prachtige dieren, die lijken alsof ze uit de oertijd zijn overgebleven, regelmatig tegen. Tijd dus om hier eens wat meer over te weten te komen.

Varanen zijn een groep van hagedissen die behoren tot de familie Varanidae. Er zijn wel 70 soorten die uiterlijk heel veel op elkaar lijken, maar in grootte behoorlijk kunnen verschillen. Varanen kan men zowel in Azië, Afrika en Australië aantreffen. Vroeger kwamen ze ook voor in Europa en Noord-Amerika maar dat is al heel lang geleden. Nu kunnen we daar alleen nog fossielen van vinden.

De meeste Varanen zijn carnivoor (vleesetend). Ze leven vaak van insecten en kleine gewervelden. Ook zijn er varanen die de voorkeur geven aan vegetarisch eten zoals bessen en plantendelen.

De varanen zijn de grootste vertegenwoordigers van de hagedissen. De allergrootste is natuurlijk de Komodovaraan die ongeveer drie meter kan worden. Enkele soorten zijn uitsluitend in de tropische regenwouden te vinden, waar wij ze dan ook altijd hebben ontdekt.

Een varaan ziet er wellicht wat sloom en simpel uit, eigenlijk zijn het hele intelligente dieren, die heel lenig en snel zijn en ze staan bekend als heel sluw. Ze kunnen zelfs, als een van de weinigen dieren, de eieren uit de nesten van krokodilachtigen roven. Ook kunnen ze grote prooien doden en eten door hun vermogen de keelopening heel sterk te vergroten. Zo is bijvoorbeeld bekend van de Indische Varaan dat die een, ruim 15 cm lange, schildpad in één keer doorslikte. Hun kaakgewrichten werken hierbij tevens als een bankschroef waardoor de prooi zeer moeilijk los kan komen.

Ook kunnen ze zich uitstekend aanpassen aan hun leefomgeving. Zo zijn er varanen die uitsluitend in bomen leven zoals de smaragdvaraan (Varanus prasinus), terwijl anderen zich weer aanpassen aan een moerasgebied.

Alle varanen kunnen goed zwemmen, de Nijlvaraan is daar natuurlijk een mooi voorbeeld van en heeft zelfs een afgeplatte staart zodat hij zich goed in het water kan voortbewegen. De Mertens watervaraan (Varanus mertens) is zelfs helemaal op water aangewezen waar hij ook jaagt op prooien. Hij eet vooral vissen wat binnen de varanen uitzonderlijk is. Ook zijn er weer varanen die specifiek zijn uitgerust voor de woestijnen. (Varanus griseus). Deze soort komt voor in de Saharawoestijn tot in Pakistan. Of de reuzenvaraan (Varanus gigantus) die voorkomt tussen de rotspartijen in woestijnen in Australië.

Varanen hebben een zeer karakteristiek uiterlijk door het lange lichaam, de eveneens lange staart en de in vergelijking met ander hagedissen lange nek en kop met spitse snuit. Ook de manier waarop ze zich bewegen, zoals de opgerichte houding waarbij de poten het lichaam verheffen en de buik niet over de grond sleept, zoals andere hagedissoorten dat hebben, is specifiek voor de varaan. De kop van de varaan is altijd driehoekig van vorm. De snuit kan variëren, afhankelijk waar ze wonen.

Ze beschikken allemaal over een relatief goed ontwikkeld gehoor, waarvan de ooropening ook zichtbaar is. De ogen hebben meestal een rode tot bruine iris. Voornamelijk overdag is het zicht goed, behalve natuurlijk bij de soorten die ’s nachts actief zijn. Hun oogleden kunnen gesloten worden, in tegenstelling tot andere hagedissen en slangen.

Varanen hebben twee neusgaten die aan de voorzijde van de kop zijn gelegen. De vorm en de positie van de neusgaten is een belangrijk kenmerk, ze zijn namelijk aangepast aan de levenswijze.
Waterminnende soorten hebben vaak ronde neusgaten die aan de voorzijde van de snuit gelegen zijn. Zo hoeft de varaan slechts zijn snuitpunt boven water te steken om adem te halen. Soorten die het water mijden hebben ovale neusgaten die meer aan de achterzijde bij de ogen gelegen zijn. Zo voorkomt hij dat ze verstopt raken met deeltjes uit het substraat. De kaken zijn lang en dragen verankerde tanden die enigszins naar achteren gericht zijn.

De vier poten zijn erg krachtig en zijn voorzien van stevige klauwen met scherpe lange nagels. Deze worden gebruikt voor het graven van holen waar ze in schuilen of hun eieren inleggen.

Bij het zwemmen hebben deze poten geen functie. Ze worden dan juist plat tegen het lichaam aangehouden terwijl de staart zijn werk doet. De staart wordt dan kronkelend heenen weer bewogen waardoor het dier voort wordt gestuwd. De staart is bij waterminnende varanen dan ook ietwat zijwaarts afgeplat. De staart is bij de meeste varanen twee maal zo lang als het lichaam in tegelstelling tot de meeste hagedissen waarbij de staart hooguit 1,5 maal de lengte is van het lijf.
Behalve bij de Varanus brevicaudatus. Dit is een kortstaartvaraan die zijn staart als zweep gebruikt door deze zeer precies te mikken op het gezicht van zijn belager. Andere varanen hebben een ander wapen en dat is namelijk de gevaarlijke bacteriën die ze in hun bek hebben die tot ernstige bloedvergiftiging kan leiden waardoor ze rustig kunnen afwachten totdat hun prooi zo zwak is dat ze makkelijk aangevallen kunnen worden. Ondanks hun formaat en gevaarlijke wapens, zullen ze niet zo gauw mensen aanvallen. Ze zullen eerder bij ze weglopen en als ze in het nauw komen blazen ze zich vol met lucht en waarschuwen door luid te sissen. Wat bij ons in ieder geval goed hielp. Want als ze aanvallen kunnen ze grote wonden veroorzaken door te bijten, krabben en het slaan met hun staart.

Al met al zijn het indrukwekkendeen prachtige beesten om te bewonderen. Wat we dan ook met liefde doen.

Gesponsorde links